|
|
Dwergbolk
Trisopterus minutus
(Linnaeus, 1758)
Dwergbolk - Trisopterus minutus (Foto: Wijnand Vlierhuis)
Zoekbeeld
Zeevis. Tot 30 cm, meestal kleiner. Egaal geelbruin, rug iets donkerder,
buik lichter. Nooit band- of streeppatronen. Kleine zwarte stip boven
de basis van de
borstvinnen. Bek iets onderstandig. Duidelijke baarddraad onder de kin.
Drie rugvinnen en twee niet vergroeide anaalvinnen. Voorzijde eerste
anaalvin net achter de eerste rugvin beginnend. Vrij algemeen op
zandbodems, rond wrakken en in Zeeland langs stenige oevers. Zwemt in
kleine scholen.
Te verwarren met
Lijkt zeer veel op de Steenbolk (werd daarom pas in de jaren 60 als aparte soort herkend). Dwergbolken blijven kleiner en hebben niet de kenmerkende, donkere banden (die ook niet álle Steenbolken vertonen). Moeilijker zichtbare kenmerken zijn dat de anaalvinnen bij de Dwergbolk een klein beetje verder uit elkaar staan. De eerste anaalvin begint verder naar achteren ten opzichte van de rugvin. De donkere vlek bij de borstvinnen is ook kleiner.
Kenmerken
Afmetingen: Lengte tot 30 cm, meestal kleiner.
Kleur: Egaal geelbruin, enigszins donkerder op de rug
en lichter bij de buik, maar zonder band- of streeppatronen. Een kleine zwarte stip aan de bovenkant van de basis van de
borstvinnen.
Vorm: Iets onderstandige bek met duidelijke baarddraad onder de kin.
Vinnen: De Dwergbolk heeft drie vinnen op de rug. en twee (niet met elkaar vergroeide) anaalvinnen. De voorste rugvin loopt minder sterk uit in een stekelvorm. De voorzijde van de eerste anaalvin begint net achter de eerste rugvin.
Habitat en ecologie
Dwergbolken leven in kleinere scholen op zandbodems, mar vaak nabij hard substraat (stenen, wrakken). Ook dichter bij de kust en in de Zeeuwse wateren. Leeft steeds nabij de bodem op diepten tussen 5 en 250 meter. Paait in de wintermaanden. Het voedsel bestaat uit kleinere bodemorganismen, maar ook uit vrijzwemmende kreeftachtigen en kleine vissen.
Areaal en verspreiding
Noordoost- en Noordwest-Atlantische Oceaan, Kattegat, Noordzee en Middellandse
Zee. Langs de Nederlandse kust algemeen, maar vooral jonge exemplaren. Niet in grote aantallen. In de Noordzee vaak bij wrakken. In Zeeland langs rotsachtige kusten.
Literatuur
Nijssen, H., 2010.
Zeevissen. KNNV-Veldgids nr. 14. Utrecht, Stichting Uitgeverij KNNV. 160 pp.
Nijssen, H. & S. J. de Groot, 1987. De vissen van Nederland. Uitg. KNNV,
Utrecht. nr. 42. 224 pp.
Redeke, H.C., 1941. Fauna van Nederland. Afl. X: Pisces (Cyclostomi-Euichthyes)
(Ti-Tii). 1-331. Sijthoff, Leiden.
Zoetemeyer, R.B., 2010. Overzicht van de Nederlandse zeevissen. Uitg.
Sportvisserij Nederland, Bilthoven. 212 pp.
Code
Auteurs
Wijnand Vlierhuis (2013)
[IvL mrt 2014]
Categorieën:
Soorten,
Vissen
Commentaar
Grafieken