De Kabeljauw is een slanke, torpedovormig vis. De rug en zijkanten zijn variabel van kleur, maar meestal groenbruin met olijfkleurige vlekken. De dieren hebben drie rugvinnen en een draadje onder de kin. De onderkaak steekt niet buiten de bovenkaak uit. Kenmerkend is de witte zijlijn, die een ruime boog maakt om de vin net achter de kieuw. Het oog staat niet precies boven de grote bek, waarvan de 'mondhoek' wat naar beneden afloopt. Kabeljauwen kunnen tot 1,5 meter lang worden, maar dit halen ze zelden meer door overbevissing.

Afmetingen: Kan tot 1,5 meter leng worden, maar dit wordt zelden meer gehaald.
Kleur: bruin, groenbruin met vlekken.
Vinnen: drie rugvinnen, twee anaalvinnen, vlagvormige staartvin.
Overig: korte kindraad.

Volwassen kabeljauwen leven graag boven zandige bodem met obstakels, zoals wrakken. Jonge dieren, die gullen worden genoemd, zijn meer te vinden langs de kust bij rotsen en wiervelden.

W. Vlierhuis

Commentaar