Search
Search

Soorten

Stevige strandschelp

Spisula solida

(Linnaeus, 1758)

Stevige strandschelp


Zoekbeeld

Mariene tweekleppige. Tot 55 mm. Verse exemplaren crèmewit, opperhuid grijsgeel. Stevige schelpen. Ovaal en aan beide zijden afgerond. Buitenzijde glad, met alleen groeilijnen. Afgeplat gedeelte aan beide kanten van de top waaiervormig gegroefd. Slotband grotendeels inwendig, in driehoekige ligamentholte. Noordzee, iets verder van de kust in grover zand. Levende exemplaren en verse doubletten spoelen relatief weinig aan. Oude kleppen zijn algemeen en vaak verkleurd.


Kenmerken

Afmetingen: 40 x 55 mm .
Schelpkleur: Verse exemplaren zijn crèmewit of grijswit, de opperhuid is grijsgeel.
Schelpvorm: Zeer stevige schelp. Gelijkmatig ovaal en aan beide zijden afgerond. Top ongeveer in het midden.
Sculptuur: Buitenzijde glad, met alleen groeilijnen. Afgeplat gedeelte aan beide kanten van de top waaiervormig gegroefd.
Slot:
Heterodont; linkerklep met 2 laterale tanden. Rechterklep 4 laterale tanden, Rechter- en linkerklep met 2 cardinale tanden. Slotband grotendeels inwendig, in driehoekige ligamentholte.
Binnenzijde schelp: 2 spierindruksels. Mantelbocht duidelijk.
Overig: Strandmateriaal is vaak min of meer verkleurd.


Habitat en ecologie

Voornamelijk in het sublitoraal, op wat grotere diepte. Voorkomen plaatselijk, hetgeen te maken heeft met de voorkeur voor grof zand. De dieren zitten in de zomer ondiep in de bodem ingegraven of liggen bijna los op de bodem. In de winter graven ze zich dieper in. Het zijn filteraars die met de sifonen zeewater opzuigen en daar met de kieuwen voedsel (fytoplankton, algen endiatomeeën) uit zeven. Dieren van gescheiden geslacht. Voortplanting in de Noordzee in februari-mei/ juni. Leeftijd: 6 tot (zelden) 10 jaar.


Areaal en verspreiding

Langs de gehele Europese Atlantische kust, van IJsland en Noorwegen tot Marokko en Madeira. Ook in de Middellandse Zee. In de Noordzee op een diepte van 10-15 m, met name op ruggen van zandbanken. In de Nederlandse sector vooral ten zuiden van de 30 m-dieptelijn, elders in Europa tot 50 m.

Op het strand: Levende dieren spoelen af en toe op het strand aan (met name op de Waddeneilanden), vaker na vorst en storm. Dit is duidelijk vaker het geval dan bij de Ovale strandschelp en heeft vermoedelijk te maken met het feit dat ook in de nabije kustzone plaatselijk dieren kunnen voorkomen. Oudere losse kleppen zijn algemeen in schelpenbanken.


Literatuur

- Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
- Verspreidingsatlas stevige strandschelp

 


Code


Auteurs

(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan et al. -Ecologische atlas mariene weekdieren - 2013)
[B. Oonk, jan. 2014; IvL feb. 2014]



[Read More...]


Commentaar

Stevige strandschelp

Grafieken

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top