|
|
Kleine slangster
Ophiura albida
Forbes, 1839
Zoekbeeld
Zeester. Mariene soort. Centrale schijf met 5 dunne gestekelde armen. Schijf in doorsnede ca. 1
cm. Armen tot 6-7 cm lang. Kleur oranjebruin met steeds bij de armaanhechting een licht vlekje op de schijf. Leeft overdag ingegraven en onder stenen (Noordzee, Waddengebied, Oosterschelde). Veel minder algemeen dan de Gewone slangster.
Te verwarren met
Gewone slangster Ophiura ophiura
Kenmerken
Afmetingen: De centrale schijf kan een doorsnede van ongeveer 1 cm bereiken. De vijf armen worden 6-7 cm lang. De Kleine slangster blijft dus altijd kleiner dan de Gewone slangster.
Kleur: Oranjebruin. Op de centrale schijf staat aan iedere kant van de armaanhechting een licht vlekje.
Vorm: De Kleine slangster heeft een centrale schijf met 5 dunne armen. Deze armen zijn bezet met zeer korte stekeltjes. Ze hebben geen zuignapjes onder de armen zoals bij de gewone zeester.
Habitat en ecologie
Kleine slangsterren leven vanaf de laagwaterlijn tot enkele honderden meters diepte. Ze worden gevonden in de Noordzee en Waddenzee, in Zeeland komt hij alleen in de Oosterschelde voor. Overdag mijden ze het licht en leven dan ingegraven in de bodem of onder stenen. Ze filteren eetbaar materiaal uit de bodem. Door hun eetgedrag worden Kleine slangsterren alleen gevonden op of in schone bodems en in wateren zonder verontreinigingen.
Literatuur
Leeuwis, R., D. Willemse, P. Sloof-Spijker & C. Jacobusse., 2005.
Zeefauna in Zeeland. Fauna Zeelandica. Deel 1. Sponzen, Neteldieren en
Ribkwallen, Wormen, Tentakeldieren, Stekelhuidigen en Zakpijpen. Het
Zeeuwse Landschap.Leewis, R.J., 2002. Flora en fauna van de zee. KNNV-Veldgids nr. 16. Utrecht, Stichting Uitgeverij KNNV. 320 pp.Moen,
F.E. & E. Svensen, 2004. Marine fish & invertebrates of
Northern Europe. Aquapress, Southend-on Sea, Essex. 608 pp.
Code
Auteurs
Silvia Waajen (2013)
[IvL jan 2014]
Commentaar
Grafieken