|
|
Glanzende dunschaal
Abra nitida
(O. F. Müller, 1776)
Zoekbeeld
Mariene tweekleppige. Tot 1,8 cm. Dunne, ovale, zeer breekbare,
glasachtige tot witte schelp. Achter de top zit een onduidelijke, lichte
inbochting. Het oppervlak is vrijwel glad, met alleen groeilijnen.
Plaatselijk algemeen in Zeeland (o.a. Grevelingen). In de Noordzee
alleen in dieper water. Niet op het strand.
Kenmerken
Afmeting: 18 x 7 mm.
Schelpkleur: Zeer sterk glanzend wit, soms enigszins doorschijnend. De opperhuid is licht- tot bruingeel.
Schelpvorm: Dunne schelp, zeer breekbaar. De top ligt iets achter het midden. De schelp is langwerpig en symmetrisch van vorm. Achter de top bevindt zich een kenmerkende, zij het onduidelijke, lichte inbochting.
Sculptuur: Het oppervlak is vrijwel glad.
Slot: Slotgedeelte met een kleine, scheef driehoekige ligamentholte en alleen twee cardinale tandjes in de rechterklep. Externe slotband en inwendige ligamentprop klein, waardoor doubletten snel losraken.
Binnenzijde schelp: Glanzend wit of doorschijnend.
Habitat en ecologie
De soort kan worden aangetroffen van dicht beneden de laagwaterlijn tot diepten van 200 m of meer. Slibhoudende bodems. De dieren leven tot ca. 5 cm ingegraven.
Areaal en verspreiding
Van IJsland en Noord-Noorwegen tot Marokko. Ook in de Middellandse Zee. Bij ons ligt het zwaartepunt van de verspreiding in de Noordzee rond de Oestergronden en het Friese Front. Daarnaast bekend van een aantal plaatsen in Zeeland, voornamelijk in het Grevelingenmeer.
Op het strand: Deze soort is tot op heden nog niet levend of vers aangespoeld van het Noordzeestrand gemeld.
Literatuur
Bruyne, R.H. de, S.J. van
Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het
Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren
(Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Code
Auteurs
De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig
Meyling, Daan et al, 2013 -Ecologische atlas- 2013)
[A. Jansen, 2013; B. Oonk, jan. 2014; IvL feb. 2014]
Commentaar
Grafieken