Nederland, 25-01-2018, (bron: David Vos)

Landslak. Lichaam kruipend (gestrekt) tot 13 cm, meestal circa 9 cm. Geelgrijs met gele of grijze lengtevlekken die het groevenpatroon volgen. De tentakels zijn vaak groenblauw, soms egaal bruin. De voetzool is in drie lengtebanden verdeeld en al dan niet iets afwijkende grijswit. Het slijm is vrij dik, kleurloos, glasachtig. Lichaamsoppervlak met niet te sterke tuberkels en lengtegroeven. Naar de staartpunt toe is een weinig opvallende, soms wat gelige kiel aanwezig. Ademopening aan de rechterzijde, achter het midden van het rugschild. Deze is vaak wat verhoogd. Inwendig onder het rugschild zit een rudimentair, schildachtig schelpje van 9 x 6 m

Tijgerslak Limax maximus: lichte exemplaren.

[Niels Schrieken, jan. 2018]

Commentaar