Search
Search

Soorten

Gekraagde vlokslak

Aeolidiella alderi

(Cocks, 1852)

Gekraagde vlokslak
Oosterschelde (bron: Marco Faasse)


Zoekbeeld

Zeenaaktslak. Tot 37 mm. Doorschijnend wit, soms geel of roodachtig, zonder stippen. Inhoud cerata  rozerood of oranje, cnidosac aan de uiteinden als witte vlek. De rijen licht gekleurde cerata vlak achter de kop doen aan een ouderwetse plooikraag denken. Rhinoforen glad met witte uiteinden (bij gele of rode dieren meer gelig). Ogen grijs, zichtbaar aan de basis van de koptentakels. Eieren: ongeveer cirkelvormige witte, losjes in lussen afgezette snoeren met relatief grote eieren, afgezet op diverse substraten in het litoraal. Zeeland, schaars.

Te verwarren met

  • Grote vlokslak, Aeolidia papillosa: Een volwassen dier is groter dan een volwassen kleine vlokslak. Als de slakken even groot zijn dan is deze soort slanker met relatief kortere papillen. De papillen zijn rond en in kammen gerangschikt. De afstand tussen de beide mondtentakels is net zo breed als de breedte van de basis van een mondtentakel. De voorrand van de voet is aan beide zijden spits uitgetrokken. De meeste dieren hebben een oranje waas op de rug.
  • Kleine vlokslak Aeolidiella glauca. Deze kan soms ook enigszins kraagvormig afgezette cerata hebben, maar nooit zo opvallend als bij A. alderi. Verdere verschillen zitten o.a. in het kleurpatroon, de dikte van de cerata, de breedte van de onbegroeide plek op de rug en ook het leefgebied is anders; A. glauca leeft in het sublitoraal. Tenslotte verschillen ook eiersnoeren sterk van elkaar.
  • Gekrulde vlokslak, Aeolidia filomenae: Op de kop staat een Y-vormige tekening. 
  • Verborgen vlokslak, Aeolidiella sanguinea

Kenmerken

Afmetingen: Tot 37 mm.
Kleur: Lichaam meestal deels doorschijnend wit met doorschemerende organen in de rug. Soms sterker geel of roodachtig gekleurd, zonder stippen. Cnidosac aan de uiteinden van de cerata meestal gemaskeerd door witte vlek aan het uiteinde. Vooral bij de vooraan staande, kraagvormig afgezette papillen is de cnidosac gezwollen en wit.

Vorm: Vooral opvallend zijn de karakteristieke rijen licht gekleurd cerata vlak achter de kop, die aan een ouderwetse plooikraag doen denken. De cerata vormen tot 15 lengterijen aan beide kanten van het lichaam. De rhinoforen zijn glad, meestal wit met melkwitte uiteinden. Bij gele of rode dieren zijn de uiteinden meer gelig. Kop in dezelfde kleur als het lichaam met aan de basis van de koptentakels duidelijk door de huid zichtbare grijze ogen.

Eieren: Grote vlakke, min of meer cirkelvormige, losjes in lussen gewonden, spiraalvormige gelatineuze massa. Meestal wit, maar kan ook meer lichtgeel zijn. Het eisnoer bevat honderden relatief grote eieren. De eisnoeren worden afgezet op alle mogelijke substraten in het litoraal en bovenste sublltoraal.


Habitat en ecologie

Vooral een soort van de getijdenzone. De meeste zeenaaktslakken komen voornamelijk onder de laagwaterlijn voor. Slak met een directe ontwikkeling, uit het ei komen direct rondkruipende jonge slakjes, er is dus geen pelagisch/planktonisch larvenstadium. Net als de andere twee Nederlandse vlokslakken voedt de soort zich met zeeanemonen. Het dier is immuun voor de netelcellen (het gif) van de zeeanemonen en slaat dit zelfs op in de papillen. Niet alleen maakt dit de soort voor vissen en andere roofvijanden ongeschikt als voedsel, maar ze gebruiken de opgslagen nematocysten zelf. Voor het voeden kunnen de dieren zelf de in hun cerata opgeslagen nematocysten in de prooi harpoeneren om deze te verlammen. Als voedsel worden golfbrekeranemonen en slibanemonen vermeld, beide talrijk in de Oosterschelde.

Areaal en verspreiding

Vermoedelijk vooral zuidelijke soort. Bekend van de zuidkusten van Engeland en van Ierland, langs de Atlantische kust tot Portugal en in de Middellandse Zee.
In Nederland aangetroffen in Zeeland (Oosterschelde), o.m. bekend van Burghsluis en Anna Frisopolder.

Literatuur

Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

Code


Auteurs

Floor Driessen (mei 2013)
[B. Oonk, jan 2013; IvL feb. 2014]



Commentaar

Gekraagde vlokslak Gekraagde vlokslak Gekraagde vlokslak Gekraagde vlokslak Gekraagde vlokslak Gekraagde vlokslak Gekraagde vlokslak

Grafieken



Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top