|
|
Zeeborstel-kroonslak
Doto hydrallmaniae
(Morrow, Thorpe & Picton, 1992)
Zeeborstel-kroonslak - Doto hydrallmaniae (foto: P. v.Bragt, Oosterschelde, 2006)
Zoekbeeld
Zeenaaktslak. Tot 15 mm. Transparant wit. Kop, rug en binnenzijde
papillen
donkerrood. Rhinoforen met witte vlekjes, vooral op top en bovenrand
schede. Rug paarsrood gevlekt. Nooit punt op papiltop. Basis en
binnenzijde papillen met grote donkere vlek. Papilinhoud wit,
grijsbruin, lichtbruin. Rug met 7 paar papillen met tuberkels in tot 5
concentrische cirkels. Tuberkels vlak, glad. Rhinoforen glad, om de
basis een trompetvormige schede. Eisnoeren met harmonica-achtige
plooiing of meer bolvormig. Zeldzaam. Oosterschelde op Ruwe zeeborstel.
Te verwarren met
Te verwarren met andere kroonslakken, uitgezonderd de ‘Trage kroonslak’. Onderscheidend zijn de diep donkerrode tot bijna zwarte pigmentvlekken op het lichaam bij volgroeide en goed gevoede dieren.
Kenmerken
Afmetingen: Lengte tot 15 mm.
Kleur: Het lichaam is transparant wit. De kop, rug en binnenzijde van de papillen zijn paarsrood of donkerrood gepigmenteerd. De rhinoforen zijn over de gehele lengte bedekt met witte pigmentvlekjes, vooral op de top en bovenrand van de schede. Bij volgroeide dieren is de rug dicht bezet met ronde of ovale, rode pigmentvlekken. Soms staan tussen de tuberkels kleine donkere pigmentvlekjes. De terminale tuberkel aan de top van de papillen heeft nooit een gekleurde punt. Aan de basis en binnenzijde van de papillen zit een grote donkere pigmentvlek, die lijkt op die van de Roodgevlekte kroonslak en ontbreekt bij alle andere Doto-soorten. De inhoud van de papillen is wit, grijsbruin tot lichtbruin. In de tuberkels liggen veel onderhuidse wit gekleurde klieren.
Vorm: Het lichaam heeft tot 7 paar papillen met tuberkels in tot 5
concentrische cirkels. De onderste tuberkels zijn veel kleiner dan die
aan de bovenzijde. Alle tuberkels zijn vlak, glad en steken nauwelijks
uit. De rhinoforen zijn glad met een trompetvormige schede rond de
basis.
Eieren: De eisnoeren vertonen de typische Doto-vorm, met een harmonica-achtige plooiing. Een bolvormiger structuur lijkt meer voor te komen en is mogelijk onderscheidend ten opzichte van de eisnoeren van de Roodgevlekte kroonslak, die altijd meer uitgerekt en open worden afgezet.
Habitat en ecologie
Vanaf het ondiepe sublitoraal tot dieper water. Het is een typische soort van het voorjaar en de zomer. De soort voedt zich met de hydropoliep Ruwe zeeborstel
Hydrallmania falcata. Deze komt met name voor in de westelijke
Oosterschelde, maar ook elders op plaatsen met een sterke
getijdenstroming.
Areaal en verspreiding
Britse en Ierse kusten. Voor zover bekend vormt Nederland de enige continentale Europese vindplaats. Deze soort is een zeer recente aanvulling van de Nederlandse faunalijst (2006)
Literatuur
Bruyne, R.H. de, S.J. van
Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het
Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren
(Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Code
Auteurs
Floor Driessen (mei 2013)
[B. Oonk, jan 2013; IvL feb. 2014]
Commentaar
Grafieken