|
|
Chinese wolhandkrab
Eriocheir sinensis
H. Milne Edwards, 1853
Zoekbeeld
Krab. Zoet, brak en zout water. Tot 8,5 cm breed bijna vierkant rugschild. Grijsgroene tot donkerbruin. Langs de zijkant van het rugschild aan beide zijden 4 tanden (achterste 2 minder opvallend), en aan de voorkant tussen de ogen ook 4 (2 maal 2) tanden. Looppoten normaal ontwikkeld en niet sterk verschillend. Schaarpoten sterk ontwikkeld, en voorzien van een forse dot haren (bij het vrouwtje iets minder dicht).
Kenmerken
Afmetingen: tot 8,5 cm breed rugschild.
Kleur: Grijsgroene tot donkerbruin.
Rugschild: Vierkant.
Vorm: Langs de zijkant van het rugschild aan beide zijden 4 tanden (achterste 2 minder opvallend), en aan de voorkant tussen de ogen ook 4 (2 maal 2) tanden. Looppoten normaal ontwikkeld en niet sterk verschillend. Schaarpoten sterk ontwikkeld, en voorzien van een forse dot haren (bij het vrouwtje iets minder dicht).
Habitat en ecologie
Leeft zowel in stilstaande als stromende wateren, meestal in de buurt van de oever, vanwege meer schuilmogelijkheden en aanwezigheid van voedsel. De paaitijd is in het najaar in zoete en brakke wateren. De vrouwtjes trekken daarna naar zee. In deze tijd zijn ze vaak op strand te vinden, waar ze het volgende voorjaar hun eieren loslaten. De jonge krabben gaan terug naar het zoete water. Daarbij kunnen ze ver de rivieren op gaan, voornamelijk 's nachts. Na 2-5 jaar zijn de dieren volwassen.
Literatuur
Leewis, R., L. Duistermaat, A. Gittenberger, T. van der Have, M. Soes
& J. van Valkenburg, 2013. Veldgids exoten. KNNV Uitgeverij,
Zeist.192 pp.
Code
Auteurs
Jacob Leloux (2013)
[Niels Schrieken apr. 2013]
Commentaar
Grafieken