|
|
Zeespriet-kroonslak
Doto pinnatifida
(Montagu, 1804)
Zeespriet-kroonslak - Doto pinnatifida (foto: Martijn Spierenburg, Nederlands deel van de Noordzee)
Zoekbeeld
Zeenaaktslak. Grootste
kroonslak van Nederland, tot 30 mm. Rhinoforen (reuksprieten) staan in een kroonvormige schede op de kop. Op de randen van
deze schede zijn zwarte vlekjes aanwezig. Cerata, met daarop wrachtachtige tuberkels, staan in twee rijen van 5-8 papillen, gepaard aan
weerszijden van de rug. Lichaam
geelroze tot geelgroen. Een
onderscheidende kenmerk is de aanwezigheid van zwart getipte knobbeltjes aan de
zijkanten van het lichaam en op de cerata. Deze knobbeltjes kunnen ook op de
rugzijde voorkomen. De Zeespriet-kroonslak voedt zich exclusief met Zeespriet (Nemertesia antennina) en is daarom te
vinden op locaties waar Zeespriet
voorkomt. Het eisnoer wordt op de stam van Zeespriet afgezet.
Te verwarren met
Doto tuberculata. Dit is de enige
kroonslakkensoort die ook zwartgetipte knobbeltjes aan de zijkanten van het
lichaam en op de cerata bezit. Echter
zijn bij de soort geen zwarte vlekjes op de schede van de rhinoforen aanwezig. Deze soort voedt zich met Sertularella gayi. Het
is onwaarschijnlijk dat Doto tuberculata
op Zeespriet wordt aangetroffen. De soort is nog niet eerder in de Nederlandse wateren aangetroffen.
Kenmerken
Afmetingen: Lengte tot 30mm.
Kleur: Geelroze tot
geelgroen, met een zwarte nuance op de rug door de aanwezigheid van kleine
zwarte vlekjes (vooral aan de voorzijde). Zwarte vlekjes op de schede van de
rhinoforen. Zwart getipte
knobbeltjes aan de zijkanten van het lichaam en op de cerata, soms ook op de
rug. Cerata bleker van kleur dan het lichaam.
Vorm: De rhinoforen zijn glad en staan
in een schede die aan de top wijder wordt (kroonvorm). Aan weerszijden van de
rug liggen twee rijen met 5-8
gepaarde papillen. Op deze papillen staan kringvormig om de papil geplaatste
wrachtachtige tuberkels met daarop een zwarte stip (ook op de toptuberkel). De
rugzijde van de staart is kaal.
Eieren: Het eisnoer wordt afgezet in
een hoog, plat in een harmonicavorm gevouwen wit lint met een doorsnede tot xx cm. Eisnoeren van de
kroonslak worden op het voedsel, Zeespriet, afgezet.
Habitat en ecologie
De Zeespriet-kroonslak voedt zich exclusief met Zeespriet (Nemertesia antennina). Zeespriet komt
voor op harde ondergronden in gebieden die onderworpen zijn aan een matige tot
sterke stroming. De Zeespriet-kroonslak is te vinden op locaties waar Zeespriet voorkomt. Zeespriet
is waargenomen op de Noordzee, maar wordt in het Nederlandse kustgebied, de
Oosterschelde en Grevelingen niet aangetroffen. Op het Noordzee strand (ook dat
van Zeeland) spoelt de soort zo nu en dan aan.
Areaal en verspreiding
Doto
pinnatifida is in 1804
voor de wetenschap beschreven door Montagu. De soort komt algemeen en
wijdverspreid voor rond de Britse eilanden en het verspreidingsgebied strekt
zich naar het noorden uit tot Scandinavië en naar het zuiden tot het noorden
van Spanje. De waarneming op het scheepswrak ‘Elatma’ betreft de eerste
en enige waarneming van de soort op Nederlands grondgebied. Er
zijn geen eerdere waarnemingen of aanspoelsels van de soort in Nederland
bekend. De Elatma (Hydro nr. 2811) ligt net ten zuiden van de Bruine
Bank. De soort werd gevonden tijdens Expeditie Zuid (Stichting Duik de Noordzee
schoon) op 15 juni 2016 op Zeespriet, op een diepte van 36 meter.
Seizoenspatronen
De soort is nog te weinig waargenomen om een seizoenspatroon te kunnen vaststellen.
Literatuur
- Calado, G.
& Silva, J.P. (2012) Seaslugs of the Algarve - Opisthobranch guide for the
southern coast of Portugal. Edicões SubNauta, 164 pp. ISBN: 978-989-96406-2-7
- Picton, B.E. & Morrow, C.C. (2016). Doto pinnatifida (Montagu, 1804). [In] Encyclopedia of Marine Life of Britain and Ireland.
Code
Auteurs
Floor Driessen, 2016.
[Niels Schrieken, 2018]
Commentaar
Grafieken