Search
Search

Soorten

Gladde sponspootkrab

Inachus phalangium

(Fabricius, 1775)

Gladde sponspootkrab
Oosterschelde, Zeelandbrug, 27-08-2015 (bron: Theo van de Kamp)


Zoekbeeld

Krab. Mariene soort. Rugschild tot 2,2 cm. Bruinachtig met wat rood. Uiteinden rostrum en scharen roder. Spinachtige krab met zeer lange looppoten, waarvan het eerste paar langer. Schaarpoten en scharen kort en breed. Rugschild driehoekig, het rostrum is gesplitst door een nauwe spleet. Achter de oogstelen staat een stekel met daarachter een brede bobbel. Schild met vage bobbels en in het midden één omhoog stekende punt. Scharen met weinig stekels, poten en lichaam met haakvormige haren. Hele dier gewoonlijk door sponzen overdekt. Zeldzaam (Zeeland).


Te verwarren met

Andere Hooiwagenkrabben. Bij de Hooiwagenkrab Macropodia rostrata is het rugschild is smaller (langer dan breed) en staat er geen tand achter de ogen. Er zijn ook meer opstaande bulten dan bij de Gladde sponspootkrab en ook de poten zijn dunner. Er lijkt bovendien geen voorkeur te zijn voor wat ze op hun lichaam plakken. 

Tot de andere soorten waarmee de Gladde sponspootkrab overeenkomsten heeft behoren de Kleine hooiwagenkrab Macropodia parva en de Spinkrabben (Hyas sp.)


Kenmerken

Afmetingen: Maximale lengte en breedte van het rugschild tot 2,2 cm.
Kleur: Rugschild deels bruin, deels roodachtig, de uiteinden van het rostrum en de scharen zijn rood. De kleuren zijn overigens zelden zichtbaar omdat er sponzen op geplakt zijn.
Rugschild: Schild driehoekig, ongeveer even lang als breed. De punt tussen de ogen is kort, met twee brede, afgeronde punten. Deze liggen dicht bij elkaar, alleen een nauwe spleet scheidt ze. Korte, brede oogstelen met direct erachter een grote stekel en daarachter een grote bobbel. Verder naar achteren zijn er wat onduidelijke bobbels op het rugschild, behalve in het midden. Daar staat één duidelijk ontwikkelde punt recht omhoog.
Poten: De schaarpoten zijn korter dan de looppoten. Die van het mannetje zijn dikker dan die van het vrouwtje. Bij het vrouwtje zijn de schaarpoten ongeveer even dik als de looppoten. De scharen zijn vrij glad met maar een paar stekels. Het eerste paar looppoten is duidelijk langer/groter dan de andere looppoten.
Overig: Het lichaam is geheel bedekt met korte rechte en haakvormige haren.


Habitat en ecologie

Leeft vooral op diepten tussen 10–50 meter, vaak op de bodem van geulen. Ook gevonden in de getijdenzone, meestal tussen stenen en sponzen. De dieren zoeken graag de beschutting van zeeanemonen. Vooral de in Nederland zeer zeldzame wasroos Anemonia sulcata schijnt favoriet te zijn; hiermee leeft de soort vaak als commensaal samen. Zoals alle sponspootkrabben geeft ook de Gladde sponspootkrab er voorkeur aan zich te camoufleren met sponzen, in dit geval voornamelijk met stukjes van de Broodspons Halichondria panicea.


Areaal en verspreiding

Osst-Atlantische Oceaan, vanaf Noorwegen via de Britse eilanden en de Noordzee tot de West-Afrikaanse kust en in de Middellandse Zee. In Nederland schaars tot zeldzaam, bekend van de Westerschelde-monding en uit de Oosterschelde.


Literatuur

  • van der Loos, L., 2016. Determinatiesleutel krabben van Nederland. stichting ANEMOON.
  • Leewis, R.J. , Heerebout, G.R.  & Jacobusse, C.(eds.), 2010. Zeefauna in Zeeland, deel 2: Kreeften, Krabben en garnalen. Fauna Zeelandica, deel 5. Wilhelminadorp, Het Zeeuwse Landschap: 144 pp.

Code


Auteurs

Jacob Leloux (2013)
[IvL feb. 2014]



Categorieën:

Kreeftachtigen, Krabben

Commentaar

Gladde sponspootkrab Gladde sponspootkrab Gladde sponspootkrab Gladde sponspootkrab Gladde sponspootkrab Gladde sponspootkrab

Grafieken



Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top