Search
Search

Soorten

Kaalslak

Cadlina laevis

(Linnaeus, 1767)

Kaalslak


Zoekbeeld

Zeenaaktslak. Tot 32 mm. Transparant wit of gelig, met langs de gehele mantelrand karakteristieke brede geelgekleurde (soms helderwitte) klieren. Het brede mantelschild bedekt de hele rug. Rug bedekt met kleine wratachtige tuberkels. Rhinoforen met op de bovenste helft lamellen, in een ondiepe schede met gegolfde rand. De relatief kleine kieuwkrans heeft 5-7 drievoudig geveerde kieuwen. De eisnoeren vormen een witte spiraal. Vermoedelijk niet meer in Nederland. Kan mogelijk terugkomen door opkomst Weke slijmspons.

Kenmerken

Afmetingen: Lengte tot 32 mm.
Kleur: Transparant wit of gelig, met langs de gehele mantelrand brede geelgekleurde (soms helderwitte) klieren. Deze klieren zijn een karakteristiek kenmerk voor de soort.
Vorm: Deze soort heeft een breed mantelschild dat de hele rug bedekt. De rand is dun en de rug bedekt met zeer kleine wratachtige tuberkels. De rhinoforen dragen op de bovenste helft lamellen en staan in een ondiepe schede met een gegolfde rand. De relatief kleine kieuwkrans heeft 5 tot zelden 7 drievoudig geveerde kieuwen. De mond heeft korte, brede driehoekige, platte tentakels.

Eieren: De eisnoeren vormen een witte spiraal. Er zijn nog geen waarnemingen van eieren uit Nederland bekend. Langs de Europese kust worden eisnoeren van februari tot november aangetroffen.


Habitat en ecologie

De slakken leven vooral in het sublitoraal, op dieptentot 800 m. Een enkele keer ook ondieper, in het intergetijdengebied. De dieren voeden zich met sponzen, waaronder de Weke slijmspons Halisarca dujardini en mogelijk ook de Tere stekelspons Dysidea fragilis. De dieren zijn hermafrodiet. De eisnoeren vormen een witte spiraal.
Omdat deze soort geen planktonisch veligerstadium heeft, is de mogelijkheid tot dispersie beperkt. Het is echter goed mogelijk dat de soort in de nabije toekomst weer terugkeert, nu de Weke slijmspons Halisarca dujardini in opkomst is.

Areaal en verspreiding

Verspreiding: In het verleden enkele malen op de Nederlandse kust gesignaleerd. Uitsluitend in de 19e eeuw aangetroffen bij Ijmuiden, sindsdien zijn voor Nederland geen waarnemingen bekend.

Literatuur

Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.

Code


Auteurs

Floor Driessen (mei 2013)
[B. Oonk, jan 2013; IvL feb. 2014]




Commentaar

Kaalslak

Grafieken

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top