|
|
Zadelgarnaal
Pandalina brevirostris
(Rathke, 1843)
Zoekbeeld
Garnaal. Zeldzame verschijning. Marien/brak water. Tot 33 mm. Wit- of semi - doorzichtig met oranje en gele chromatoforen. Een stekel op zijn kop. 7 tot 8 tanden op de stekel achter het oog. Korte punt voor de ogen met drie tanden. Middelste segment met een flap die op een zadel lijkt. Noordwestelijke Europese kust.
Te verwarren met
-Pandalus borealis
Kenmerken
Afmetingen: Tot 33 mm
Kleur: Wit- of semi - doorzichtig met oranje en gele chromatoforen.
Rostrum: Een belangrijk kenmerk van deze soort is zijn
rostrum en dan in het speciaal zijn stekel op zijn kop. Deze garnaal heeft namelijk 7 tot 8 tanden op deze recht
uitstekende stekel achter het oog en voor het oog een korte punt met drie tanden. Daarnaast heeft hij op zijn middelste
segment van zijn staart een soort flap die er voor zorgt dat dit segment op een zadel lijkt. Vandaar ook zijn naam.
Habitat en ecologie
Levend tot ongeveer 100 meter diepte. Overdag in het algemeen levend op de bodem. 's Nachts omhoog zwemmend. Levend op verschillende soorten substraat.
Areaal en verspreiding
Deze soort komt voor rondom de gehele Noordwestelijke Europese kust. Hij wordt zelden waargenomen rondom de Nederlandse kust. Hij wordt wel eens waargenomen rondom de Britse eilanden, de Noordzee en een aantal andere locaties zoals Zuid Noorwegen en de Duitse Bocht tot aan de Westkust van Frankrijk.
Literatuur
- Leewis, R.J., G.R. Heerebout en Ch. Jacobusse (red.), 2010.
Zeefauna in Zeeland, deel 2; Kreeften, krabben en garnalen. Fauna Zeelandica, deel 5, Stichting Het Zeeuws Landschap, Wilhelminadorp: 144 pp.
- Van Bragt, Peter H. (2009).Eindelijk Nederlandse naam voor de zadelgarnaal.
Nature today .
- De Kluijver, M.J. (z.j.). Pandalina brevirostris.
etibioinformatics.
Code
107647
Auteurs
(David Zaat, januari 2016)
Commentaar
Grafieken