|
|
Kwelderslak
Alderia modesta
(Lovén, 1844)
Nederland (bron: Floor Driessen)
Zoekbeeld
Zeenaaktslak. Tot 12 mm. Kleurloos of bruin, groen, geel, met zwarte, bruine,
donkergroene of witte vlekjes. Groene kleur van vertakkingen middendarmklier door het lichaam en de papillen heen zichtbaar.
Geen koptentakels en rhinoforen, mondhoeken soms iets gelobd.
Rugpapillen in
maximaal 7 schuine dwarsrijen, met per rij 2-6 knotsvormige papillen. Rug vooraan zonder papillen. Eieren aanvankelijk gelig, later
verkleurend naar grijs, afgezet als een worstvormige, gelatineuze massa.
Schorren- en kwelders in Zeeland en Waddengebied.
Te verwarren met
Gekielde schorrenslak Limapontia capitata.
Kenmerken
Afmetingen: Lengte tot 12 mm.
Kleur: Lichaam kleurloos transparant bruin, groen of geel, met zwarte, bruine, donkergroene of witte vlekjes. De groene kleur van de vertakkingen van de middendarmklier is door het lichaam en de papillen heen zichtbaar.
Vorm: Deze kleine zeenaaktslak heeft geen koptentakels en rhinoforen. De
mondhoeken zijn soms iets gelobd. De papillen op de rug staan in
maximaal 7 schuine dwarsrijen, met 2-6 knotsvormige papillen per rij.
Voor op de rug staan geen papillen.
Eieren: Het voortplantingsseizoen is lang en loopt van maart tot oktober. De eieren zijn aanvankelijk gelig maar verkleuren later tot grijs. Ze worden afgezet als worstvormige, gelatineuze eikapsels. Door de afmetingen en groenige kleur zijn deze lastig tussen de draadalgen te vinden
Habitat en ecologie
De dieren leven gedurende het hele jaar op schorren en kwelders, bij voorkeur in gebieden die onder invloed van het getij staan. Het voedsel bestaat uit Nopjeswier: draadvormige geelgroene algen uit het geslacht Vaucheria. De soort is gevoelig voor extreme droge zomers en koude winters, maar uitgedunde populaties kunnen zich snel herstellen.
Areaal en verspreiding
Plaatselijk in Zeeland langs de Ooster- en Westerschelde en in het Grevelingenmeer, alsmede op de Waddeneilanden en langs de vastelandskust van het Waddengebied. Op geschikte plaatsen niet zeldzaam, vaak samen voorkomende met de Schorrenslak Limaponta depressa. De landelijke populatie is in areaal sterk afgenomen door verlies aan geschikt biotoop. De soort is direct afhankelijk van een specifieke habitat. Vroeger was deze meer langs de Nederlandse kust aanwezig en kwam de soort algemener voor. Door zandhonger krimpt momenteel jaarlijk het areaal aan schorrengebied in de Zeeuwse delta en neemt het potentieel aan habitat voor de soort af.
Literatuur
Bruyne, R.H. de, S.J. van
Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het
Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren
(Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Code
Auteurs
Floor Driessen (mei 2013)
[B. Oonk, jan 2013; IvL feb. 2014]
Commentaar
Grafieken