|
|
Paarse buisjesspons
Haliclona (Soestella) xena
De Weerdt, 1986
Zoekbeeld
Mariene spons. Ook in brak water. Een brede korst met meerdere,
tot ca 5 cm hoge, vrij brede buizen. Deze hebben vaak een plompe extra verbreding bij de uitstroomopening. De kolonie kan in diameter tot ca. 20 cm worden. Op 2-3 meter diepte meestal paars, dieper varieert de kleur per kolonie (lichtpaars, geelbruin). Het oppervlak is zacht en
fragiel.
Te verwarren met
Amerikaanse buisjesspons Chalinula loosanoffi. Deze vormt los van elkaar staande kleine bruine buisjes.
Anders dan de naam doet vermoeden, lijken de Paarse
en Witte buisjesspons nauwelijks op elkaar. De buizen van de
Witte buisjesspons zijn veel dunner, lopen grilliger dus minder in één
richting omhoog en hebben overal ongeveer de zelfde breedte, dus geen
verdikking aan de uiteinden.
Kenmerken
Afmetingen: De pijpjes kunnen 1- 5 cm hoog worden. De kolonie kan in diameter tot ca. 20 cm worden.
Kleur: Op een diepte van 2-3 meter is de soort meestal paars.
Verder varieert de kleur van kolonie tot kolonie, er zijn zowel lichtpaarse als
geelbruine kolonies.
Vorm: De Paarse buisjesspons vormt een brede korst met daarop vrij brede pijpjes
tot ca 5 cm hoog. Deze hebben meestal een enigszins plomp
aandoende, extra verbreding bij de uitstroomopening.
Spicula: Dubbelpuntige lichtgekromde naalden van 150 um. Zie foto's.
Habitat en ecologie
Getijdenzone, iets beneden de laagwaterlijn. De soort kan zich goed handhaven in brak water.
Areaal en verspreiding
Tot op heden alleen bekend uit Nederland en van één plaats in Noord-Frankrijk (Le Havre). In Nederland voor
het eerst waargenomen in 1977 in de Oosterschelde. Inmiddels algemeen in de Zeeuwse delta en ook bij Texel in de Waddenzee waargenomen. Hoogstwaarschijnlijk een exoot, afkomstig
van buiten Europa en hier mogelijk terecht gekomen met de
import van oesters.
De Paarse buisjesspons wordt regelmatig verward met een andere, langs de hele Europese kust voorkomende Europese spons: Haliclona rosea.
Deze is zeer variabel in vorm, maar vaak meer
korstvormig met minder duidelijke schoorsteentjes en een meer grijsbruine tot paarse kleur.
Literatuur
- Van Soest, R.W.M., M. J.
de Kluijver, P. H. van Bragt, M. Faasse, R. Nijland, E. J. Beglinger, W. H. de
Weerdt and N. J. de Voogd, 2007. Sponge
invaders in Dutch coastal waters. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 87:
1733–1748.
- Van Soest, R.W.M., 2014.
Sponzen. In F. van der Burgt (Ed.): Zeeboek, p 45-52. Jeugdbonduitgeverij & KNNV, ‘s Graveland.
Code
Auteurs
A.W. Gmelig Meyling (15 april 2008)
[IvL jan. 2008]
Floris Bennema 2016
Categorieën:
Soorten,
Sponzen
Commentaar
Grafieken