Search
Search

Soorten

Kliplipvis
zie aangepaste velden


Geplaats in: Soorten, Vissen
Dubbelstreepsnoerworm
zie aangepaste velden.


Geplaats in: Soorten, Snoerwormen
Kwalvlo
Kwalvlooien zijn kleine garnaalachtige zeediertjes van maximaal circa twaalf millimeter lengte. Ze leven als parasiet op of onder de hoed van diverse kwallen, zoals Zeepaddenstoel, Kompaskwal en Oorkwal.

[Lees verder...]


Teringlijdertje

Tot 14 mm (mannetje) en 13 mm (vrouwtje). Min of meer glasachtig, deels doorschijnend. Klein, slank, langgerekt lichaam dat zeer duidelijk in segmenten is verdeeld. Kop afgerond. De eerste schaarpoten zijn klein, met als gnathopoda klapscharen. Die van het tweede paar zijn forser ontwikkeld, met eveneens klapscharen. De middelste segmenten dragen alleen rudimentaire pootjes die eindigen in kleine grijphaakjes. Eerste antennepaar variabel in lengte, maar steeds veel korter dan het tweede, dat tot de halve lichaamslengte kan worden. Rugsegmenten zonder stekels. Het achterlijf is vrij klein, gesplitst, uitlopend in twee lange gesegmenteerde poten die in haakjes eindigen. Op de 2e, 3e en 4e segmenten zitten kieuwen. Onder aan de buik zit een broedbuidel waarin het vrouwtje de eieren draagt.

[Lees verder...]


Paarse kokerworm
Borstelworm, mariene soort. De worm leeft in een lange koker en heeft een circa vier centimeter wijde tentakelkrans met een kleur die varieert, naar gelang de lichtinval, van paarsbruin tot grijsblauw.

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Borstelwormen
Kleine Heremietkreeft
Zie aangepaste velden


Pluimworm
Borstelworm, mariene soort.

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Borstelwormen
Rasterpitvis
Mariene vissoort (zeevis). Slanke platte bodemvis met grote vinnen. Tot 12 (vrouwtje) en 7 cm (mannetje). Oranjebruin, buik lichter. Rug en flanken met bruine dwarsbande. Vooral in de paaitijd bij mannetjes op de vinnen donkeromrande, gele en blauwe golvende vlekken en banden in een gerasterd streeppatroon. Vrouwtjes minder kleurig maar eveneens met schuine strepen. De kop is groot, onderaan afgeplat, met een snuitlengte van anderhalf keer de oogdiameter. Voorste rugvin met 4 stevige vinstralen, klein bij vrouwtjes, langer bij mannetjes, maar altijd korter dan bij de (geeone) Pitvis. Op de kieuwdeksels 3 kleine, achterwaarts gerichte stekels.

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Vissen
Bolronde vlokreeft
Mariene vlokreeft. Het is een tamelijk bolvormige vlokreeft, met tanden op de achterrand van de staartsegmenten.

[Lees verder...]


Wegslakken
Landslak. De tekening van de grote wegslak en de rode wegslak kan aanzienlijk verschillen, maar de rode rand om de voet is karakteristiek voor deze soort. 

[Lees verder...]


Iriserend kraakbeen-roodwier
Roodwier. Cilindrische assen, vertakt. Heeft blauwgroene gloed onder water.

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Roodwieren
Gele vijgzakpijp

Mariene kolonievormende zakpijp. Kolonies peervormig of rond. Tot 10 cm in doorsnede, halfdoorzichtig, geelachtig-grijs, met of zonder zand op de kolonie. Instroomopening heeft 6 driehoekige lobben. Uitstroomopening kort. Wordt op alle wrakken tijdens de expeditie aangetroffen.

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Zakpijpen
Juweelanemoon
zie aangepaste velden


Ocean Surgeonfish
See custom fields


Geplaats in: Soorten, Vissen
Chain Moray
See custom fields


Geplaats in: Soorten, Vissen
Neonworm
zie aangepaste velden


Geplaats in: Soorten, Borstelwormen
Bruine zoetwaterpoliep
Hydropoliep. Zoetwater soort. 0,6 - 1,5 cm. De poliep heeft lange tentakels. De soort hecht zich vast op waterplanten. 

[Lees verder...]


Zeespriet-kroonslak
Zeenaaktslak. Grootste kroonslak van Nederland, tot 30 mm. Rhinoforen (reuksprieten) staan in een kroonvormige schede op de kop. Op de randen van deze schede zijn zwarte vlekjes aanwezig. Cerata, met daarop wrachtachtige tuberkels, staan in twee rijen van 5-8 papillen, gepaard aan weerszijden van de rug. Lichaam geelroze tot geelgroen. Een onderscheidende kenmerk is de aanwezigheid van zwart getipte knobbeltjes aan de zijkanten van het lichaam en op de cerata. Deze knobbeltjes kunnen ook op de rugzijde voorkomen. De Zeespriet-kroonslak voedt zich exclusief met Zeespriet (Nemertesia antennina) en is daarom te vinden op locaties waar Zeespriet voorkomt. Het eisnoer wordt op de stam van Zeespriet afgezet.

[Lees verder...]


Witgezoomde knuppelslak
Zeenaaktslak. Tot ongeveer 23 mm. De rug is dicht bezet met gezwollen papillen, gerangschikt in tot 11 schuin oplopende rijen, alle met een spitse punt. Aan de zijkanten is de voet dicht bezet met korte en minder gezwollen papillen. Schaars. Noordzee, Oosterschelde, Grevelingenmeer.

[Lees verder...]


Grote witte buisjesspons
Deze kalkspons werd in 1996 voor het eerst aangetroffen bij Neeltje Jans en in 2002 in een inlaatpijp bij Colijnsplaat, beide locaties in de Oosterschelde (Van Soest et al. 2007). In 2011 ook aangetroffen in de jachthavens van Oudeschild (Texel) (Gittenberger & Rensing 2012), van Vlieland (Rob Dekker) en van Terschelling (Floris Bennema).Deze grote buisjesspons werd eerder gezien als een variant van de witte buisjesspons L. variabilis. In 2007 stelden Van Soest et al. (2007) op basis van zijn grootte en de spicula voor de soort L. somesii weer in ere te herstellen. 

[Lees verder...]


Geplaats in: Soorten, Sponzen
Pagina 6 van 46Eerste   Vorige   1  2  3  4  5  [6]  7  8  9  10  Volgende   Laatste   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top