Zeenaaktslak. Ook (vooral) in brak water. Tot 8 mm. Kleine en onopvallende soort. Kop plat en
breed afgerond. Tentakels ontbrekend of gereduceerd. Hoeken van
het mondveld puntig uitgetrokken, achterwaarts gericht, zodat een helmvormige kop ontstaat. Rhinoforen glad,
cilindrisch en langer dan de papillen. Slanke, niet knotsvormige papillen in 4-6 gepaarde
rijen van 1-3 papillen. O.a. in brak water in het Oostvoornse Meer, Veerse Meer,
Noordzeekanaal, Texel, Harlingen en Den Oever.
[Lees verder...]