Mariene huisjesslak. Tot 14 mm. Geelwit, oranje, roze, bruin, mondrand vaak wit, ribben lichter of
met donkerbruine vlekken of kleurbanden. Onder in het
vaak witte sifokanaal zit steeds een donkerbruine tot zwarte vlek. Dikschalig, met 7-8 vrij bolle windingen. Mondlip
sterk verdikt. Traliewerksculptuur, waarvan de dwarsribben overheersen. Eelt uit de mond bedekt zowel de spil- als de
tegenoverliggende zijde. In de mond aan beide
zijden knobbels. Operculum peervormig, bruinachtig. Leeft ver van de kust. Soms in visserijmateriaal en aangevoerd. Zelden fossiel.
[Lees verder...]