Mariene tweekleppige. Tot 22 mm, meestal kleiner. Glanzend melkwit, het
levende dier schemert vaak wat blauwig door. Opperhuid bruingeel. Dunschalige, ovale schelp. De top ligt achter het midden.
De schelp lijkt vrijwel glad, met alleen groeilijnen. Aan de binnenkant ligt achter de top een scheef
driehoekige ligamentholte., waarop de
ligamentprop zit. Doubletten
raken snel los.
Mantellijn met grotelbocht. Sifonen dun, lang, geheel gescheiden. Algemeen, plaatselijk massaal in offshoregebied Noordzee (o.a. Oestergronden) en in het kustgebied (o.a. Oosterschelede en Grevelingen). Spoelt vaak op het strand aan, vooral in de winter.
[Lees verder...]