Mariene huisjesslak. Tot 3 mm. Glasachtig
doorschijnend,
crèmewit of bleekwit, met duidelijk
donkerrood
of paars topje. Vaak dunschalig (soms veel dikker) horentje met 4-6 matig bolle windingen. Top spits, mondopening hoekig. Buitenlip vaak verdikt. Geen navel. Laatste winding vaak glad, maar soms met smalle (nu en dan ook bredere) verticale ribjes en soms onregelmatige spiraallijntjes. Dier met lange koptentakels, ogen op duidelijke
verdikking
aan de basis. Voet kort en smal, met 1
achtervoettentakel. Lichaamskleur crèmewit of grijswit. Op wieren en/of hydropoliepen. Zeeland en Noordzee, zelden levend gemeld, maar spoelt veel vers/levend aan.
[Lees verder...]