Mariene vissoort (zeevis). Grote, langwerpige vis. Tot 160 cm worden. Rug blauwgrijs, flanken groenbruin met donkere verticale banden. Stompe kop met een grote bek met krachtige kaken. Vooraan in de bek lange, stevige tanden, achteraan stompe tanden. Rugvin lang, anaalvin eveneens. Brede borstvinnen. Geen buikvinnen, kleine staartvin. Valt of door de gerafelde vinnen en het rommelige uiterlijk (de schubben laten los, de vis ziet er 'schurftig' uit). Langs de Nederlandse kust zeldzaam, nu en dan jonge dieren.
[Lees verder...]