Kolonievormende mariene soort. De kolonies vormen opstaande struikjes. Avicularia aanwezig en stekels aanwezig. Takken met zoïden in 2 rijen.  Buitenste distale hoek draagt 2 stekels en binnenhoek één stekel. De lengte van een avicularium is langer dan de breedte van de zoïde. 

[Lees verder...]

Mosdiertjes, Kolonievormend. Zoetwatersoort. P. magnifica behoort tot de klasse Phylactolaemata. In plaats van verkalkte kolonies te vormen, zoals veel mariene soorten, bestaan de kolonies uit een zachte, gelatineuze en doorschijnende massa met vele stervormige rozetten van zoïden. Aangezien deze vaak samengroeien, kunnen extreem grote opgezwollen ballon-, rugbybal- of zakvormige structuren ontstaan van meer dan 30 centimeter (2 meter is gemeld!) in doorsnede. Geelachtig of meer wit door de tentakelkransen, boven water bruin. Aan te treffen in meren, rivieren, vijvers en allerlei andere wateren, aanvankelijk  vastgehecht aan allerlei substraten. Grote klompvormige massa's gaan drijven.

[Lees verder...]

Borstelworm. Mariens soort. De worm heeft grote, bladachtige parapodiën met een kleine, ronde kop met 2 ogen. In het voorjaar worden er groene geleiachtige eizakjes afgezet op vochtige stenen en zeewier. De soort heeft een lengte tot 15 cm. 

[Lees verder...]

Gastropods. It has a large, conical, dextral shell that is black and white in color. Its common name is the West Indian Top Shell. The size range from 90-110 mm to 130 mm. The West Indian Top Shell inhabits rocky shores through out the greater West Indies, with the northern limit being Bermuda and recorded as far south as Venezuela. They are herbivores/ detritivores that feed on a variety of algae.

[Lees verder...]

Landslak. Exoot/ingevoerde soort in Nederland. Tot 5 mm. Geelbruin, glimmend, iets doorschijnend. Huisje schijfvormig met tot 4,5 iets verhoogde beginwindingen en een diepe navel. Laatste winding iets samengedrukt en soms licht gekield. Sculptuur van onregelmatige fijne spiraallijntjes en groeilijnen. Op vochtige plaatsen in bossen (ook in naaldbos). Soms ingevoerd met tuinplanten. [Ook bekend van St. Eustatius - Bes-eilanden]

[Lees verder...]

Sponges. Thick vases to thin inverted cones, sometimes becoming fans. Light gray with pinkish or bluish hues; surface spiny, especially on the rim of the atrium. Spicules are pointed oxea.

[Lees verder...]

Sponges. Rather soft and fluffy orange to orange-yellow cushions. Surface conulose, rather transparent, with scatered and membranous oscules. Naturally shrunk specimens look less transparent and show tufts of spicules at the tip of conules.

[Lees verder...]

Sponges. This thin, encrusting sponge is distinguished by several canals that radiate in a starshaped pattern from small groups of pitted excurrent openings. These "stars" are well separated. Unlike several similar appearing sponges, the canals are occasionally branched, and do no intertwine or interconnect. 

[Lees verder...]

Sponges. Huge barrel-shape with rough, often jagged, stone-hard exterior. Shades of gray, brown or red-brown. Generally solitary, but one or two smaller individuals occasionally grow around base.

[Lees verder...]

Bristle worm. Saltwater. Feather Duster Worms. This species lives on the reef, usually where some current occurs.They grow as a mass of individual small tubeworms, sometimes totaling over 100 individuals in a single clump. 

[Lees verder...]

see custom fields

see custom fields

see custom fields

See custom fields

see custom fields

See custom fields

see custom fields

see custom fields

See custom fields

see custom fields