Gesterde geleikorst
Botryllus schlosseri
|
Gesterde geleikorst
Botryllus schlosseri
Mariene kolonievormende zakpijp. De kolonie heeft in stervorm rond een gemeenschappelijke
uitstroomopening gerangschikte zakpijpjes. Vormt plakkaten
tot enkele dm2 op allerlei substraat. 'Sterren' in doorsnee 1 cm, individuele zakpijpjes ca. 4 mm. Variabel gekleurd: blauw, paars, geel, bruin tot zwart. Individuele
zakpijpjes - sterretjes - vaak lichter en contrasterend met de verder donkere kolonie. Donkere sterren
op een lichte ondergrond komen ook voor.
Item 1 of 0
| Gesterde geleikorst | Botryllus schlosseri | | Mariene kolonievormende zakpijp. De kolonie heeft in stervorm rond een gemeenschappelijke
uitstroomopening gerangschikte zakpijpjes. Vormt plakkaten
tot enkele dm2 op allerlei substraat. 'Sterren' in doorsnee 1 cm, individuele zakpijpjes ca. 4 mm. Variabel gekleurd: blauw, paars, geel, bruin tot zwart. Individuele
zakpijpjes - sterretjes - vaak lichter en contrasterend met de verder donkere kolonie. Donkere sterren
op een lichte ondergrond komen ook voor. | Afmetingen: Kolonies kunnen afmetingen bereiken van vele cm2 tot enkele vierkante dm2. De 'sterren' hebben een doorsnee tot circa één cm. De individuele zakpijpjes zijn niet veel groter dan 4 mm.
Kleur: Zeer variabel: blauw, paars, geel, bruin tot bijna zwart. De individuele zakpijpjes - sterretjes - zijn meestal lichter gekleurd en contrasteren doorgaans sterk met de rest van de kolonie, die vaak veel
donkerder gekleurd is. Het omgekeerde komt ook voor, donkere sterretjes op een lichtere ondergrond. Rondom de sterren, in de donkere gedeelten, zijn
met enige moeite de eveneens donkere instroomopeningen te zien.
Vorm: Een kolonievormende zakpijp die plakkaten
vormt op allerlei substraat. Kenmerkend zijn de in stervorm rond een gemeenschappelijke
uitstroomopening gerangschikte individuele zakpijpjes. Er zijn ca. 3-12 zakpijpjes per uitstroomopening. De
kolonie voelt zacht, glad en vlezig aan. | | De Gesterde geleikorst is in Nederland zeker niet zeldzaam en kan vrijwel overal langs de kust worden aangetroffen (Waddenzee, Noordzee, Grevelingen, Oosterschelde, Veerse Meer en Westerschelde). Op veel plaatsen talrijk. | De soort kan op allerlei substraat worden aangetroffen, waaronder stenen, wieren en andere zakpijpen, met name de Knotszakpijp. | Gevoelig voor strenge winters, de kolonie sterft dan af. | 103862 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Groene wierslak
Elysia viridis
|
Groene wierslak
Elysia viridis
Zeenaaktslak. Tot 70 mm, vaak kleiner. Groen, rood of
gelei-wit, met blauwe/rode puntjes. Basiskleur veroorzaakt door het voedsel; de
'bladgroenkorrels'
worden ingebouwd in de lichaamscellen van de slak. Langgerekte dieren
met twee over de
rug gevouwen zijwaartse 'vleugels'. Kop met buisvormig opgerolde
reuksprieten. Eieren geelachtig, gelegd op wier in een rond of ovaal
spriraalvormig lint.
Item 1 of 0
| Groene wierslak | Elysia viridis | | Zeenaaktslak. Tot 70 mm, vaak kleiner. Groen, rood of
gelei-wit, met blauwe/rode puntjes. Basiskleur veroorzaakt door het voedsel; de
'bladgroenkorrels'
worden ingebouwd in de lichaamscellen van de slak. Langgerekte dieren
met twee over de
rug gevouwen zijwaartse 'vleugels'. Kop met buisvormig opgerolde
reuksprieten. Eieren geelachtig, gelegd op wier in een rond of ovaal
spriraalvormig lint. | Afmetingen: Lengte tot 70 mm, maar vaak kleiner.
Kleur: De dieren zijn meestal groen, soms rood of gelei-wit, met kleine blauwe of rode puntjes. De basiskleur van het lichaam wordt veroorzaakt door de 'bladgroenkorrels' van de gegeten algensoort. Deze 'bladgroenkorrels' worden ingebouwd in de lichaamscellen van de slak, waardoor de slak direkt van de door de korrels geproduceerde organische stof (onder invloed van zonlicht) profiteert
Vorm: Langgerekte dieren, met twee zijwaartse 'vleugels' die normaal over de
rug gevouwen zijn en vóór het midden het breedst zijn. Bij grotere
dieren zijn de vleugelranden gegolfd en kunnen de vleugels niet meer
strak tegen het lichaam worden gevouwen. In de vleugels zitten uitlopers
van de middendarmklier. De vleugels worden niet gebruikt om te zwemmen.
De kop draagt twee in de lengte buisvormig opgerolde reuksprieten.
Eieren: De gelige eieren worden gelegd in gladde ronde of ovale spiraalvormige linten, meestal op wieren. | | In Nederland tot op heden alleen invasiegewijs in Zeeland (Oosterschelde, monding Westerschelde). Van elders is de soort niet bekend. De laatste invasie dateert uit de periode 1989-1995. | Door de voedsekeuzel is de soort beperkt tot de wierzone, vooral daar waar uitgebreide wiervegetaties voorkomen. Gewoonlijk vanaf de laagwaterlijn tot enkele meters diepte. De Groene wierslak leeft van bepaalde soorten groenwier zoals Onregelmatig vederwier Bryopsis hypnoides en Viltwier Codium tomentosum, en roodwieren zoals Griffithsia-soorten. | De dieren zijn het hele jaar door waargenomen. De eieren in de periode juni-december. | 139686 | Nederland | Zoutwater | MOO|ANM |
Slingerzakpijp
Botrylloides violaceus
|
Slingerzakpijp
Botrylloides violaceus
Kolonievormende mariene zakpijp. Exoot / ingevoerde soort. Elke kolonie bestaat uit groepjes van meerdere kleine individuele zakpijpjes (zooïden) bijeen, die wel allemaal een eigen instroomopening hebben, maar waarbij meerdere groepjes van die individuele zakpijp-zoïden, samen één uitstroomopening hebben. Botrylloides-soorten hebben heel langgerekt en vaak slingerend vormen. De instroomopeningen liggen aan de buitenkant van de slinger, rondom de uitstroomopeningen.
Item 1 of 0
| Slingerzakpijp | Botrylloides violaceus | | Kolonievormende mariene zakpijp. Exoot / ingevoerde soort. Elke kolonie bestaat uit groepjes van meerdere kleine individuele zakpijpjes (zooïden) bijeen, die wel allemaal een eigen instroomopening hebben, maar waarbij meerdere groepjes van die individuele zakpijp-zoïden, samen één uitstroomopening hebben. Botrylloides-soorten hebben heel langgerekt en vaak slingerend vormen. De instroomopeningen liggen aan de buitenkant van de slinger, rondom de uitstroomopeningen. | Afmetingen: Kolonies met diameters van enkele
centimeters tot meerdere decimeters. Dikte meestal 2 tot 3 millimeter.
De individuen (zoïden) bereiken een lengte van 2,5 tot 3 millimeter
(Saito et al. 1981).
Kleur: De Slingerzakpijp is vrijwel altijd monochroom van kleur en meestal fel oranje. B. violaceus kan echter ook in twee kleuren voorkomen, evenals de tweekleurige slingerzakpijp B. leachi. Vanwege de vele mogelijke kleurvariaties blijft het onmogelijk om kolonie’s van Botrylloides-soorten met 100% zekerheid te determineren zonder naar de anatomie te kijken.
Vorm en nadere kenmerken: De kolonies voelen zacht, glad en vlezig aan. Slingerzakpijpen en andere samengestelde soorten verzamelen hun voedsel door de zorgen voor een constante waterstroom; het water komt het lichaam binnen langs de instroomopening (ook wel siphon genoemd), passeert een speciaal “zeefapparaat” (pharynx) dat plantaardig en dierlijk plankton samen met organisch materiaal uit het water filtert, waarna het water en de afvalstoffen via de uitstroomopening weer naar buiten wordt gestuwd. | | Sinds 1999 is deze nieuwe kolonievormende zakpijpsoort in de Nederlandse kustwateren, met name in Zeeland, aanwezig. | De Slingerzakpijp Botrylloides violaceus komt oorspronkelijk in de NW Pacifische Oceaan voor. Inmiddels is de soort sterk aan het inburgeren en gedraagt ze zich als invasieve soort. De kolonies groeien op hard substraat. | Seizoenspatroon Ongeveer vanaf 2000 in Europa, in Zeeland het hele jaar door te vinden | 148715 | Nederland | Zoutwater | MOO|SETL |