Driehoeksmossel
Dreissena polymorpha
|
Driehoeksmossel
Dreissena polymorpha
Tweekleppige uit zoet water. Exoot/ingevoerde soort. Tot 40 mm. Geelbruin met zigzagtekening op de schelp, vooral bij jonge exemplaren. Binnenzijde soms met lichtblauwe gloed. Tamelijk stevige, onregelmatig-driehoekige, in dwarsdoorsnede gekielde schelp. De schelphelften zijn gelijk in hoogte. Onder het septum aan de binnenzijde van de schelp zit geen lepelvormig uitsteeksel. Leeft in zoet water, vastgehecht met byssusdraden.
Item 1 of 0
| Driehoeksmossel | Dreissena polymorpha | | Tweekleppige uit zoet water. Exoot/ingevoerde soort. Tot 40 mm. Geelbruin met zigzagtekening op de schelp, vooral bij jonge exemplaren. Binnenzijde soms met lichtblauwe gloed. Tamelijk stevige, onregelmatig-driehoekige, in dwarsdoorsnede gekielde schelp. De schelphelften zijn gelijk in hoogte. Onder het septum aan de binnenzijde van de schelp zit geen lepelvormig uitsteeksel. Leeft in zoet water, vastgehecht met byssusdraden.
| Afmetingen: tot 40 mm.
Schelpkleur: Geelbruin met donkere zigzagstrepen. Binnenzijde lichtblauw.
Schelpvorm: Tamelijk stevige, onregelmatig-driehoekige schelp. In dwarsdoorsnede gekielde schelp. De schelphelften zijn gelijk in hoogte.
Slot: Onder het septum aan de binnenzijde van de schelp ontbreekt een lepelvormig uitsteeksel.
| | Op het strand: Wordt zelden op het strand gevonden, het meest nabij uitmondingen van rivieren (Katwijk). Massaal in aanspoelsel van zoete wateren (o.a. IJsselmeer, grote rivieren).
| In meren en langzaam stromende rivieren. Kan zwak brak water overleven (tot een saliniteit van 4,7‰). De dieren zitten vastgehecht met byssusdraden op hard substraat in soms zeer hoge dichtheden.
Leeftijd tot ca. 5 jaar.
| | 181566
| Nederland | Zoetwater | MOO|ANM|SETL|Exoten |
Mossel
Mytilus edulis
|
Mossel
Mytilus edulis
Mariene tweekleppige. Tot 9,5 cm (vaak kleiner). Vrij dun,
langwerpig-driehoekig. Paarsblauwe of geelbruine, schelpen met stralende kleurlijnen. Opperhuid zwart Glad oppervlak, alleen groeilijnen. Leeft met byssusdraden gehecht aan stenen en
ander hard substraat. Algemeen. In Zeeland en het Waddengebied in
mosselbanken. Langs de Noordzeekust op pieren en dijken.
Item 1 of 0
| Mossel | Mytilus edulis | | Mariene tweekleppige. Tot 9,5 cm (vaak kleiner). Vrij dun,
langwerpig-driehoekig. Paarsblauwe of geelbruine, schelpen met stralende kleurlijnen. Opperhuid zwart Glad oppervlak, alleen groeilijnen. Leeft met byssusdraden gehecht aan stenen en
ander hard substraat. Algemeen. In Zeeland en het Waddengebied in
mosselbanken. Langs de Noordzeekust op pieren en dijken. | Afmetingen: Ca. 50 x 95 mm.
Schelpkleur: Paarsblauw, geelbruin tot groen, met vanuit de top vaak stralende donkerpaarse lijnen. Opperhuid zwart
Schelpvorm: Vrij dunschalige, langwerpig driehoekige schelp. De top ligt helemaal aan de voorkant. De achterrand van de schelp is afgerond, de onderrand bijna recht.
Sculptuur: Glad, alleen groeilijnen.
Slot: Het slot bestaat uit enkele zeer kleine tandjes (3-7) die voornamelijk vóór de top liggen. Er zijn geen laterale tanden. Het ligament is lang en ligt (nauwelijks) uitwendig, op een lange slotplaat.
Binnenzijde schelp: Aan de binnenzijde zitten een groot en een zeer klein spierindruksel. Geen mantelbocht. | | Zeer algemeen op hard substraat langs de hele kust en in slikgebieden. De soort wordt veel voor consumptie gekweekt (Yerseke, hangculturen elders).
Op het strand: Op plaatsen waar de soort op bijvoorbeeld piertjes leeft, spoelen ook vaak losgeslagen mosselkluiten aan. Op het strand ook oude, deels fossiele kleppen. | De dieren leven vastgesponnen met byssusdraden aan stenen en schelpen in het gebied rond de laagwaterlijn, aan de voet van piertjes, dijken of havenhoofden. Op slikkige plaatsen zijn vaak hele mosselbanken ontstaan. | | 140480 | Nederland | Zoutwater | MOO |