Druipzakpijp
Didemnum vexillum
|
Druipzakpijp
Didemnum vexillum
Zakpijp. Mariene soort. Kolonievormend. Kolonies tot tientallen vierkante cm en door aaneengroei hele stenen bedekkend (afzonderlijke zakpijpjes kleiner dan 1 mm). Gemeenschappelijk uitstroomopeningen in doorsnede tot ca 3 mm. Witgeel tot beige. Er is een onregelmatig min of meer gemarmerd patroon te zien van lichtere vlekken langs wat donkerder banen. Zeeland, Oosterschelde in rustiger water.
Item 1 of 0
| Druipzakpijp | Didemnum vexillum | | Zakpijp. Mariene soort. Kolonievormend. Kolonies tot tientallen vierkante cm en door aaneengroei hele stenen bedekkend (afzonderlijke zakpijpjes kleiner dan 1 mm). Gemeenschappelijk uitstroomopeningen in doorsnede tot ca 3 mm. Witgeel tot beige. Er is een onregelmatig min of meer gemarmerd patroon te zien van lichtere vlekken langs wat donkerder banen. Zeeland, Oosterschelde in rustiger water.
| Afmetingen: Kolonies kunnen tientallen vierkante centimeters groot worden en door aaneengroei hele stenen bedekken. De afzonderlijke zakpijpjes zijn kleiner dan 1 mm. De gemeenschappelijk uitstroomopeningen kunnen een doorsnede bereiken tot circa 3 mm.
Kleur: Kolonies zijn witgeel tot beige. Er is een onregelmatig min of meer gemarmerd patroon te zien van lichtere vlekken langs wat donkerder banen.
Vorm: De Druipzakpijp is een kolonievormende zakpijp met een sponsachtig uiterlijk. Ze woekeren vaak over andere organismen van hard substraat heen. Op een sterk hellende bodem krijgen grote kolonies hun kenmerkende druipende uiterlijk. De kolonie is voorzien van vele kleine gaatjes. Dit zijn de instroomopeningen van de individuele zakpijpjes. Daarnaast zijn in kleinere aantallen grotere openingen te zien. Deze zijn meestal niet van gelijke grootte. Dit zijn de gemeenschappelijke uitstroom-openingen.
| | De Druipzakpijp is in 1991 voor het eerst waargenomen bij Neeltje Jans. Later is deze soort vooral in het Zijpe zeer algemeen geworden in de zoute wateren van de Zeeuwse Delta, de Waddenzee. In de Noordzee wordt de soort maar weinig aangetroffen.
| De soort wordt voornamelijk in rustig water aangetroffen op allerlei substraat. Bij massaal optreden wordt de andere begroeiing meestal overwoekerd.
| | 250126
| Nederland | Zoutwater | MOO |
Slingerzakpijp
Botrylloides violaceus
|
Slingerzakpijp
Botrylloides violaceus
Kolonievormende mariene zakpijp. Exoot / ingevoerde soort. Elke kolonie bestaat uit groepjes van meerdere kleine individuele zakpijpjes (zooïden) bijeen, die wel allemaal een eigen instroomopening hebben, maar waarbij meerdere groepjes van die individuele zakpijp-zoïden, samen één uitstroomopening hebben. Botrylloides-soorten hebben heel langgerekt en vaak slingerend vormen. De instroomopeningen liggen aan de buitenkant van de slinger, rondom de uitstroomopeningen.
Item 1 of 0
| Slingerzakpijp | Botrylloides violaceus | | Kolonievormende mariene zakpijp. Exoot / ingevoerde soort. Elke kolonie bestaat uit groepjes van meerdere kleine individuele zakpijpjes (zooïden) bijeen, die wel allemaal een eigen instroomopening hebben, maar waarbij meerdere groepjes van die individuele zakpijp-zoïden, samen één uitstroomopening hebben. Botrylloides-soorten hebben heel langgerekt en vaak slingerend vormen. De instroomopeningen liggen aan de buitenkant van de slinger, rondom de uitstroomopeningen. | Afmetingen: Kolonies met diameters van enkele
centimeters tot meerdere decimeters. Dikte meestal 2 tot 3 millimeter.
De individuen (zoïden) bereiken een lengte van 2,5 tot 3 millimeter
(Saito et al. 1981).
Kleur: De Slingerzakpijp is vrijwel altijd monochroom van kleur en meestal fel oranje. B. violaceus kan echter ook in twee kleuren voorkomen, evenals de tweekleurige slingerzakpijp B. leachi. Vanwege de vele mogelijke kleurvariaties blijft het onmogelijk om kolonie’s van Botrylloides-soorten met 100% zekerheid te determineren zonder naar de anatomie te kijken.
Vorm en nadere kenmerken: De kolonies voelen zacht, glad en vlezig aan. Slingerzakpijpen en andere samengestelde soorten verzamelen hun voedsel door de zorgen voor een constante waterstroom; het water komt het lichaam binnen langs de instroomopening (ook wel siphon genoemd), passeert een speciaal “zeefapparaat” (pharynx) dat plantaardig en dierlijk plankton samen met organisch materiaal uit het water filtert, waarna het water en de afvalstoffen via de uitstroomopening weer naar buiten wordt gestuwd. | | Sinds 1999 is deze nieuwe kolonievormende zakpijpsoort in de Nederlandse kustwateren, met name in Zeeland, aanwezig. | De Slingerzakpijp Botrylloides violaceus komt oorspronkelijk in de NW Pacifische Oceaan voor. Inmiddels is de soort sterk aan het inburgeren en gedraagt ze zich als invasieve soort. De kolonies groeien op hard substraat. | Seizoenspatroon Ongeveer vanaf 2000 in Europa, in Zeeland het hele jaar door te vinden | 148715 | Nederland | Zoutwater | MOO|SETL |