Blauwe haarkwal
Cyanea lamarckii
|
Blauwe haarkwal
Cyanea lamarckii
Schijfkwal. Mariene soort. Tot 30 cm in doorsnede. Kenmerkend zijn de wratjes/bultjes op de hoed en het ontbrekenvan gaatjes in de spieren bij dieren >8cm doorsnede. Van kleurloos tot
zilverachtig lilablauw, soms meer
geel. De soort heeft een platte, schotelvormige scherm (hoed) met 20 of
meer (tot 32) lobben, waaraan circa 60-65 dunne, haarachtige
tentakels zitten. Kan pijnlijk steken (netelen).
Item 1 of 0
| Blauwe haarkwal | Cyanea lamarckii | | Schijfkwal. Mariene soort. Tot 30 cm in doorsnede. Kenmerkend zijn de wratjes/bultjes op de hoed en het ontbrekenvan gaatjes in de spieren bij dieren >8cm doorsnede. Van kleurloos tot
zilverachtig lilablauw, soms meer
geel. De soort heeft een platte, schotelvormige scherm (hoed) met 20 of
meer (tot 32) lobben, waaraan circa 60-65 dunne, haarachtige
tentakels zitten. Kan pijnlijk steken (netelen).
| Afmetingen: Tot 30 cm in doorsnede.
Kleur: Blauw, soms met zilverwit. Gele exemplaren komen echter ook voor.
Vorm: Platte, gelei-achtige kwal met een
schotelvormig scherm. Vanuit het midden lopen radiaire lijnen naar de rand van
het scherm. De schijf heeft 32 lobben waaraan circa 60-65 dunne, haarachtige
tentakels zitten. Deze tentakels bevatten netelcellen en kunnen zeer lang
worden. Onder de schotel bevinden zich vier geplooide mondarmen, die korter
zijn dan de tentakels. De rand van de schotel heeft 32 lobben.
Overig: De draadvormige
tentakels van haarkwallen kunnen ook voor de mens pijnlijk steken. Desondanks hebben deze en andere kwallen bij nadere beschouwing prachtige vormen. Ze kunnen zich uiterst gracieus door het water bewegen. De in Nederland aanspoelende
kwallensoorten zijn, zoals terecht aangehaald door Ates (2004), zeker niet
“dom, blind en dodelijk”. | | Vanaf het Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (IJsland, Noorwegen, Oostzee) via
het Kattegat, de Noordzee, Britse Eilanden en Ierse Zee tot in de Golf van Biskaje. In Nederland regelmatig in de kustwateren van de Waddenzee en Oosterschelde en langs de Noordzeekust. Van de beide uit ons land bekende soorten haarkwallen komt de Blauwe haarkwal het meest langs de Nederlandse kust voor. Het poliepstadium van deze soort is in het wild nog niet waargenomen.
| De schijfkwal, het kwalstadium van deze soort, beweegt zich vrij in de waterkolom. De kwalpoliepjes groeien op hard substraat. Haarkwallen hebben gescheiden geslachten. Na bevruchting verlaten de
planula-larven de kwal en zoeken een plek om zich te vestigen. Het
grootste deel van hun leven brengen kwallen door als poliepje op harde
substraten op de zeebodem, welke zich ongeslachtelijk kunnen
voortplanten. Het kwalstadium, waarin de soort zich geslachtelijk voortplant, duurt ongeveer een half jaar.
De poliepen eten dierlijk plankton, zoals roeipootkreeftjes, vislarven en andere kwallen. Volwassen dieren in het kwalstadium vangen ook grotere prooien, waaronder visjes, die met de netelcellen verdoofd worden en
daarna door de tentakels naar de mondopening gebracht worden. | De blauwe haarkwal is een van de vroegst aan de kust optredende kwallensoorten; de piek in aantallen is meestal tussen april en juni. | 135302
| Nederland | Zoutwater | MOO|SMP |
Gele haarkwal
Cyanea capillata
|
Gele haarkwal
Cyanea capillata
Schijfkwal. Mariene soort. Tot ca 50 cm in doorsnede Vaak geelachtig, maar lang niet altijd: kleurloos tot bruinrood komt ook voor. Plat, schotelvormig scherm (hoed), door insnijdingen in meestal 16 (tot 20) geplooide lobben
verdeeld. Moeilijk te onderscheiden van de Blauwe haarkwal. Verschillen o.a. in septen van de kringspier en radiale rijen gaatjes in de spieren. Zeer veel dunne, haarachtige
tentakels (meer en langer dan Blauwe haarkwal) Steekt zeer pijnlijk. Relatief zeldzame soort op onze kust.
Item 1 of 0
| Gele haarkwal | Cyanea capillata | | Schijfkwal. Mariene soort. Tot ca 50 cm in doorsnede Vaak geelachtig, maar lang niet altijd: kleurloos tot bruinrood komt ook voor. Plat, schotelvormig scherm (hoed), door insnijdingen in meestal 16 (tot 20) geplooide lobben
verdeeld. Moeilijk te onderscheiden van de Blauwe haarkwal. Verschillen o.a. in septen van de kringspier en radiale rijen gaatjes in de spieren. Zeer veel dunne, haarachtige
tentakels (meer en langer dan Blauwe haarkwal) Steekt zeer pijnlijk. Relatief zeldzame soort op onze kust. | Afmetingen: Tot ca. 50 cm in doorsnede (er zijn uit het buitenland aanzienlijk
grotere exemplaren gemeld).
Kleur: Vaak geelachtig, maar lang niet altijd:
kleurloos tot bruinrood komt ook voor.
Vorm: Vrij platte, gelei-achtige kwal met een
schotelvormig scherm (hoed). De bij de Blauwe haarkwal aanwezige wratjes of bultjes boven op het scherm ontbreken. Het scherm is door insnijdingen in meestal 16 (tot 20) geplooide lobben verdeeld. Aan de binnenzijde van de hoed zitten kringspieren, die de pulserende beweging bij het zwemmen maken. De structuur van de kringspieren bij de Gele haarkwal verschilt van die van de Blauwe. Bij de Gele is de kringspier onderbroken door radiaire septen en (bij grote exemplaren) komen radiale rijen gaatjes in de spieren voor. Onder het scherm zit een zeer groot aantal lange, dunne, haarachtige
tentakels, aanzienlijk meer dan bij de Blauwe haarkwal. Deze tentakels bevatten netelcellen.
Overig: De draadvormige
tentakels van de Gele haarkwallen kunnen de mens uiterst pijnlijk steken. | | Koudwatersoort met een zeer wijde verspreiding op het Noordelijk halfrond. Globaal gezien van de Poolzee, via de Westelijke Oostzee en de Noordzee tot de Franse kust. Ook aan beide Noord-Amerikaanse kusten tot Mexico en Californië. De Noordzee lijkt ongeveer in de zuidgrens van het verspreidingsgebied te liggen. De soort is in Nederland schaars tot zeldzaam (diverse meldingen hebben betrekking op gele vormen van de Blauwe haarkwal). Langs de Belgische en Noord-Franse kust nog zeldzamer. Over het poliepstadium is niets bekend.
Op het strand: vooral in de herfst te verwachten. | Vrij levend in de
waterkolom. De kwalpoliepjes groeien op hard substraat. Gescheiden geslachten.
De poliepen eten dierlijk plankton. Volwassen dieren (kwalstadium) vangen
grotere prooien als vissen en andere kwallen. Zie verder bij de Blauwe haarkwal. | | 135301 | Nederland | Zoutwater | MOO |
Kompaskwal
Chrysaora hysoscella
|
Kompaskwal
Chrysaora hysoscella
Schijfkwal. Doorsnede hoed tot 35 cm. Parapluvormig lichaam, geelwit doorschijnend met kenmerkend patroon van V-vormige, bruinrode strepen, dat doet denken aan een kompasroos. 24 randtentakels in 8 groepen van 3. Dunne tentakels en vier met franjes bezette mondarmen, die langer en dikker zijn dan de tentakels. De dieren kunnen pijnlijk steken (netelen).
Item 1 of 0
| Kompaskwal | Chrysaora hysoscella | | Schijfkwal. Doorsnede hoed tot 35 cm. Parapluvormig lichaam, geelwit doorschijnend met kenmerkend patroon van V-vormige, bruinrode strepen, dat doet denken aan een kompasroos. 24 randtentakels in 8 groepen van 3. Dunne tentakels en vier met franjes bezette mondarmen, die langer en dikker zijn dan de tentakels. De dieren kunnen pijnlijk steken (netelen). | Afmetingen: Hoed in doorsnede tot 35 cm. De draadvormige tentakels en de mondarmen kunnen een lengte bereiken van 2 meter.
Kleur: Het lichaam van de Kompaskwal is melkachtig wit. De kleur van de 'kompaslijnen' is donker bruinrood tot donker paars. Het patroon van de strepen doet denken aan een kompasroos, de strepen zijn vaak V-vormig, waarbij de punt van de V
naar het centrum van de hoed wijst. De lobben aan de rand van de hoed hebben ronde vlekken in dezelfde kleur. Ook de basisstreng van de mondarmen waarop de franje is 'geplaatst' heeft deze kleur.
Vorm: Doorschijnend parapluvormig lichaam. De rand van de hoed heeft 32 lobben. Onder deze rand bevinden zich 24 lange tentakels in acht groepen van drie. Onder de hoed zijn vier van franjes voorziene mondarmen te
zien, die langer zijn dan de tentakels.
Overig: De dieren kunnen ook voor de mens pijnlijk steken (netelen). | | N.O. Atlantische Oceaan, van de Zweedse westkust, Kattegat, Noordzee, tot in de Middellandse Zee. In de Nederlandse kustwateren algemeen van het voor- tot het najaar, het meest algemeen in zomermaanden en najaar. Noordzee, Oosterschelde. | Volwassen dieren zwemmen en zweven enkele decimeters tot meters beneden het wateroppervlak. De Kompaswal komt vaak in grote groepen voor. Het voedsel bestat uit kleine
visjes en andere zeedieren, die met de tentakels worden verdoofd en gevangen.
De dieren veranderen gedurende het leven verschillende malen van geslacht. Meestal zijn ze eerst mannelijk, vervolgens hermafrodiet en
later vrouwelijk van geslacht. De eieren van de kwal worden in de
maagholte bewaard tot de eerste larvale stadia zijn doorlopen. Dit in
tegenstelling tot veel andere schijfkwallen, die de eieren direct in het water afzetten. Bij de Kompaskwal worden de eieren in het 'moederdier' bevrucht, de daar uitkomende Planula-larven worden vervolgens (pas) in het water afgegeven. In het hermafrodiete stadium is zelfbevruchting mogelijk. Na een planktonisch stadium zetten de Planulalarven zich op de zeebodem vast. | De poliepen van deze kwal snoeren jongen kwallen af (strobuleren) in de winter. Volwassen dieren worden langs onze kust waargenomen van april t/m september, met een duidelijke piek van juli t/m augustus. | 135304 | Nederland | Zoutwater | MOO |