Search
Search

Soorten

Chinese moerasslak

Cipangopaludina chinensis

(J.E. Gray, 1834)

Chinese moerasslak
Chinese moerasslak. Amsterdam. Foto: Tello Neckheim


Zoekbeeld

Zoetwaterslak. Exoot / ingevoerde soort. Tot 7 cm. (Grootste zoetwaterslak in Nederland). Egaal licht- tot (zeer) donkerbruin. Géén horizontale kleurbanden. Relatief dunschalig met 6-7 bolle windingen. Mondopening peervormig. Operculum hoornachtig. Sculptuur van onregelmatige groeilijnen en (soms) oude mondranden. Stilstaande en iets bewogen wateren met modderbodems en onderwatervegetatie. Ingevoerd met aquariummateriaal. Vermoedelijk uitbreidend.

Te verwarren met

Er leven in ons land vier soorten moerasslakken. Twee daarvan zijn inheemse, vrij algemene soorten: de Spitse moerasslak Viviparus contectus en de Stompe moerasslak Viviparus viviparus. Daarnaast is er een andere, niet inheemse soort: de Donau-moerasslak Viviparus acerosus. Deze werd in 2006 bij Dordrecht gevonden. Genoemde drie Viviparus-soorten hebben in de meeste gevallen horizontale, roodbruine tot bruine kleurbanden op een geelachtige of meer grijsgroene ondergrond. De Chinese moerasslak heeft nooit kleurbanden en is meestal veel donkerder bruin. De huisjes van de laatste worden ook groter, maar zijn ook dunwandiger.

[Deze soort is in eerdere publicaties ook wel aangeduid met de wetenschappelijke naam Bellamya chinensis]


Kenmerken

Afmetingen: H. tot 7 mm, B. tot 5,5 mm.
Schelpkleur: Egaal bruin tot zeer donkerbruin. Geen horizontale kleurbanden zoals bij de andere moerasslakken. Operculum hoornachtig, lichtbruin.
Schelpvorm: Relatief dunschalig. Kegelvormig, met tot 7 matig bolle windingen. Top spits, mondopening peervormig. Navel open, smal, rond. Behalve groeilijnen ook vaak oude mondranden op de laatste winding.

Dier: Grijsachtig, bruingrijs met vooral op de koptentakels gele, oranje of goudkleurige stippen. Het oog zit op de verdikte basis van de voelsprieten.


Habitat en ecologie

Stilstaande en zwak bewogen wateren met een modderbodem, waarin de dieren zich gedeeltelijk ingraven. Ook gedurende de winter zitten ze in de bodem. De slakken zijn van gescheiden geslacht en bovendien eierlevendbarend (ovovivipaar). De eieren komen in de uterus van het moederdier tot ontwikkeling en pas enige tijd na het uitkomen verlaten de jongen, compleet met een huisje van enkele millimeters, het moederdier. Moerasslakken kunnen meerdere jaren leven (schattingen lopen uiteen van 5-15 jaar).

Areaal en verspreiding

Het oorspronkelijk leefgebied ligt in zuidoost Azië. Het omvat China, Taiwan, Korea en Japan. Als exoot is de slak inmiddels ook bekend uit Canada, de VS en Hawaï. In Europa is Nederland nu nog het enige land waar deze soort zich in de vrije natuur heeft weten te vestigen. Inmiddels is de Chinese moerasslak bekend van een tiental Nederlandse lokaties. Voor het eerst gemeld in 2010 uit Eijsden (Limburg). Later bleek de oudste vondst uit 2008 te zijn. Aangenomen wordt dat de dieren via tuincentra of de aquariumhandel in de Nederlandse natuur terechtkwamen.

Nadere informatie

Vermoedelijk ingevoerd met waterplanten en/of ander aquariummateriaal.

Literatuur

Soes, D.M., C.M. Neckheim, G.D. Majoor & S.M.A. Keulen, 2016. Het huidige voorkomen van de Chinese moerasslak Bellamya chinensis (Gray, 1834) in Nederland. Spirula 406: 11-18.
Soes, D.M., P. Glöer & A. J. de Winter, 2009. Viviparus acerosus (Bourguignat, 1862) (Gastropoda: Viviparidae), a new exotic snail species for the Dutch fauna. Aquatic Invasions Vol. 4, Issue 2: 373-375.

Code


Auteurs

[IvL & RHB, april 2017]



Commentaar

Chinese moerasslak

Grafieken

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top