|
|
Meloenkwal
Beroe cucumis
Fabricius, 1780
Schotland, St. Abbs (bron: Joop Verkuil)
Zoekbeeld
Langwerpig, wat bolle ribkwal zonder lobben of tentakels. Aan de onderkant zit de brede mondopening. De 8 rijen trilhaarplaatjes lopen vanaf de top tot ongeveer 3/4 van het lichaam. Maximaal 15 cm.
Te verwarren met
Slank meloenkwalletje: De slanke meloenkwal wordt echter nooit langer dan 3 cm en het spijsverteringskanaal is niet zichtbaar.
Juveniele exemplaren van deze soorten zijn niet uit elkaar te houden.
Kenmerken
Afmeting: Lengte tot 15 cm, in Nederland tot 8 cm.
Kleur: Een beetje melkachtig met vage hoekige vormen van het spijsverteringskanaal. Volwassenen exemplaren kunnen paarsachtig zijn.
Vorm: Langwerpig, iets bol, aan onderzijde afgeplat.
Aanhangsels: Geen
Habitat en ecologie
De meloenkwal voedt zich voornamelijk met de kortlob-ribkwal.
Areaal en verspreiding
De meloenkwal is een noordelijke soort die niet vaak voorkomt in onze wateren. Komt het meest voor in de zomermaanden. Noordzee.
Literatuur
- Adema, J.P.H.M., 1982. Beroe gracilis bij Noordwijk gevonden. Zeepaard 42 (3):78-81.
- Cornelius, P.F.S, R.L.
Mamuel & J.S. Ryland., 1995. Hydroids, sea anemones, jellyfish and comb
jellies (Phyla Cnidaria and Ctenophora). In Hayward, P. J., & Ryland, J. S.
(Eds.): Handbook of the marine fauna of North-West Europe: 62-135. Oxford
University Press,
- Holsteijn, H., 2002. Toch nog een beetje nieuw: Bolinopsis infundibutum (Muller,
1776) en Beroe cucumis (Fabricius, 1780) aan onze kust. Het Zeepaard 62(5): 142-150. Oxford.
- Tulp, A., 2010. Ribkwallen - phylum Ctenophora. In F. van der Burgt (ed.): Zeeboek: 70-73. Jeugdbonduitgeverij & KNNV. 's Graveland.
Code
Auteurs
Floris Bennema, feb 2016.
Commentaar
Grafieken