|
|
Mantel-dekschelp
Monia patelliformis
(Linnaeus, 1761)
Zoekbeeld
Mariene tweekleppige. Tot 35 mm. Geelwit tot lichtgroen, vaak met
roodbruine vlekjes. Binnenkant met parelmoerachtige glans, soms wat groenig. Dunschalige,
onregelmatige schelp, in vorm aangepast aan de ondergrond. Meestal min
of meer rond. Linkerklep plat met een ovaal gat. Bolle klep gewoonlijk
radiair geribd, met 20-30 ribben. Aan de binnenzijde van de bolle klep
is een mat veldje aanwezig met
twee los van elkaar gelegen en al dan niet geribbelde spierindruksels.
Kenmerken
Afmetingen: 35 x 35 mm.
Schelpkleur: Geelwit tot lichtgroen, vaak met roodbruine vlekjes. Ook
de ribben zijn soms wat afwijkend gekleurd, aan de binnenkant met een
parelmoerachtige glans.
Schelpvorm: Dunschalige, onregelmatige schelp, in vorm aangepast aan de ondergrond. Meestal min of meer rond en relatief plat. Linkerklep zeer plat met een ovaal gat. Top ongeveer in het midden.
Sculptuur: Bolle klep gewoonlijk radiair geribd met 20 tot 30 ribben.SlotLigament inwendig. Slottanden ontbreken.
Binnenzijde schelp: Aan de binnenzijde van de bolle klep is een mat veldje aanwezig met twee indruksels (sluitspier en byssus). Spier- en byssusindruksel in de bolle klep vaak los van elkaar gelegen en al dan niet geribbeld.
Habitat en ecologie
Vastgehecht met de tot een dikke steel vergroeide verkalkte byssusdraden op stenen en schelpen, vanaf enkele meters beneden de laagwaterlijn tot aanzienlijke diepten.
Areaal en verspreiding
Van Noorwegen tot in de Middellandse Zee en bij de Azoren. De soort leeft vooral in wat dieper water en wordt nu en dan aangetroffen op diepten tot enkele honderden meters. Regelmatig door vissers opgevist uit het Nederlandse deel van de Noordzee. Leeft vermoedelijk op diverse plaatsen op het NCP op locaties met veel hard substraat (Texelse Stenen, Borkumerrif, wrakken).
Op het strand: De soort is diverse keren op het strand en elders langs de kust aangespoeld op drijvende voorwerpen als boeien, manden, kreeftenfuiken, kurk, plastic en dergelijke, soms nog met levende dieren of als doublet met vleesresten.
Literatuur
Bruyne, R.H. de, S.J. van
Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het
Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren
(Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Code
Auteurs
(De Bruyne, Van Leeuwen, Gmelig Meyling, Daan
et al. -Ecologische atlas mariene weekdieren - 2013)
[B. Oonk, jan. 2014; IvL mrt. 2014]
Commentaar
Grafieken