Search
Search

Soorten

Zonnebaars

Lepomis gibbosus

(Linnaeus, 1758)

Zonnebaars
Foto: Silvia Waajen


Zoekbeeld

Zoetwatervis. Lengte tot 20 cm. Een zijdelings en schijfvormig afgeplatte vis met een hoge rug. Rugvin bestaat uit twee aangegroeide delen waarbij het voorste deel lager is dan het achterste deel. In het voorste deel van de rugvin zitten harde stekels (vinstralen), in het achterste deel alleen zachte vinstralen. De buik- en anaalvin beginnen met enkele stekels (vinstralen). Het lichaam is bont gekleurd, ondergrond blauwgroen tot bruin met daarop een patroon van donkere dwarsbanden en oranje, rode en blauwe vlekken. Op het kieuwdeksel bevindt zich meestal een oranje vlek. Bij jonge zonnebaars is deze vlek vaak afwezig. Mannetjes zijn in de paaitijd extra fel gekleurd.


Te verwarren met

Pos. Heeft een rugvin waarvan het voorste deel hoger is en geen donkere vlek op het kieuwdeksel


Habitat en ecologie

Stilstaand en langzaam stromend water: meren, vijvers, vennen en poelen. Prefereert helder en waterplantenrijk water. Bereikt zeer hoge dichtheden in geschoonde vennen.


Areaal en verspreiding

Verspreid over Nederland. Exoot, oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Amerika. Eerste melding uit begin 20ste eeuw., vanaf ca. 1990 sterk toegenomen door verkoop via tuincentra. Zeldzaam/


Literatuur

  • Spikmans, F., Kranenbarg, J., & Creemers, R. C. (2006). Herkenning zoetwatervissen. Stichting RAVON.
  • Leewis, R., L. Duistermaat, A. Gittenberger, T. van der Have, M. Soes & J. van Valkenburg, 2013. Veldgids exoten. KNNV Uitgeverij, Zeist.192 pp.

Code


Auteurs

[Niels Schrieken, juni 2014]



Categorieën:

Soorten, Vissen

Commentaar

Zonnebaars

Grafieken

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top