Search
Search

Soorten

Schepje

Philine quadripartita

Ascanius, 1772

Schepje


Zoekbeeld

Mariene huisjesslak. Tot 28 mm, vaak kleiner. Glanzend wit, gedeeltelijk doorschijnend. Uiterst dunschalig, met 2-3 snel toenemende windingen, de laatste uitgegroeid tot een groot ‘oor’. Geen operculum. Schelpoppervlak  glad, alleen groeilijntjes. Het dier kan zich niet in de schelp terugtrekken en is groter dan de schelp: gestrekt ruim 4 cm of meer. Dier met groot kopschild, opzij twee lichaamsflappen, achteraan plugvormig stuk mantel. Lichaamskleur wit. In de maag drie verkalkte kauwplaten. Noordzee schaars. Schelpen spoelen soms aan. Sinds ongeveer 2016 ook levend in de Zeeuwse wateren.


Te verwarren met

(Alleen juveniel): andere Philinidae.


Kenmerken

Afmetingen: Tot 28 mm. Vaak kleiner.
Schelpkleur: Glanzend wit, gedeeltelijk doorschijnend.
Schelpvorm: Uiterst dunschalig, met 2-3 snel toenemende windingen, waarvan de laatste is uitgegroeid tot een groot ‘oor’ dat ver boven de topwindingen uitsteekt. Geen operculum. 

 

Sculptuur: Het schelpoppervlak is glad, met alleen groeilijntjes.

 

Dier: Het dier kan zich niet geheel in de schelp terugtrekken en is aanzienlijk groter dan de onder de mantel verborgen schelp. Gestrekt ruim 4 cm of meer. Dier met groot kopschild. Opzij twee lichaamsflappen (parapodiën), achteraan een plugvormig stuk mantel. Lichaamskleur deels doorschijnend wit. In de maag drie verkalkte kauwplaten.


Habitat en ecologie

Op slikkige of zandige bodems, vanaf enkele meters beneden de laagwaterlijn tot diepten van ruim 500 m. Carnivore jagers. Met het wigvormige kopschild ploegen ze door de bovenste zandlaag op zoek naar voedsel, met name foraminiferen, wormen, tweekleppigen en huisjesslakken, maar ook het Zeeboontje Echinocyamus pusillus. De dieren zijn Hermafrodiet. Eieren gelegd in een kluwenvormige opgerolde spiraalband. De dieren worden ten minste 3-4 jaar.


Areaal en verspreiding

Vanaf Noorwegen, het Kattegat, het Skagerrak, een deel van de Oostzee en het Noordzeegebied, langs de Atlantische kust van Groot- Brittannië, Frankrijk en het Iberisch Schiereiland tot in de hele Middellandse Zee. Daarnaast langs de Atlantische kusten van Afrika tot voorbij Zuid-Afrika (Mozambique). Noordzeegebied verder van de kust, nu en dan opgevist door vissers. Sinds ongeveer 2016 ook levend en eierleggend in de Zeeuwse wateren, o.a. bij Bruinisse.

Op het strand: Lege schelpen spoelen nu en dan aan, soms nog vers en onverkleurd.


Literatuur

- Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W. Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
Systematic revision of the gastropod family Philinidae (Mollusca: Cephalaspidea) in the north-east Atlantic Ocean with emphasis on the Scandinavian Peninsula
- van Moorsel & Bennema, 2016. Ploegende Schepjes voor het eerst in Nederlandse kustwateren. 


Code


Auteurs

[HR feb. 2014; IvL feb 2014]




Commentaar

Schepje Schepje Schepje

Grafieken



Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

Mariene soorten en ecologie

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

Back To Top