|
|
Blauwe haarkwal
Cyanea lamarckii
Péron & Lesueur, 1810
Ameland (bron: Rykel H. de Bruyne)
Zoekbeeld
Schijfkwal. Mariene soort. Tot 30 cm in doorsnede. Kenmerkend zijn de wratjes/bultjes op de hoed en het ontbrekenvan gaatjes in de spieren bij dieren >8cm doorsnede. Van kleurloos tot
zilverachtig lilablauw, soms meer
geel. De soort heeft een platte, schotelvormige scherm (hoed) met 20 of
meer (tot 32) lobben, waaraan circa 60-65 dunne, haarachtige
tentakels zitten. Kan pijnlijk steken (netelen).
Te verwarren met
- Gele haarkwal Cyanea capillata: heeft een gladde hoed. Grotere exemplaren van de Gele haarkwal( hoed >8 cm diameter) hebben radiale rijen gaatjes in de spieren in de hoed.
- Kompaskwal Chrysaora hysoscella. Kompaskwal heeft 24 tentakels en
donkerrode pigmentering op hoedrand en/of radiale strepen op de hoed.
Kenmerken
Afmetingen: Tot 30 cm in doorsnede.
Kleur: Blauw, soms met zilverwit. Gele exemplaren komen echter ook voor.
Vorm: Platte, gelei-achtige kwal met een
schotelvormig scherm. Vanuit het midden lopen radiaire lijnen naar de rand van
het scherm. De schijf heeft 32 lobben waaraan circa 60-65 dunne, haarachtige
tentakels zitten. Deze tentakels bevatten netelcellen en kunnen zeer lang
worden. Onder de schotel bevinden zich vier geplooide mondarmen, die korter
zijn dan de tentakels. De rand van de schotel heeft 32 lobben.
Overig: De draadvormige
tentakels van haarkwallen kunnen ook voor de mens pijnlijk steken. Desondanks hebben deze en andere kwallen bij nadere beschouwing prachtige vormen. Ze kunnen zich uiterst gracieus door het water bewegen. De in Nederland aanspoelende
kwallensoorten zijn, zoals terecht aangehaald door Ates (2004), zeker niet
“dom, blind en dodelijk”.
Habitat en ecologie
De schijfkwal, het kwalstadium van deze soort, beweegt zich vrij in de waterkolom. De kwalpoliepjes groeien op hard substraat. Haarkwallen hebben gescheiden geslachten. Na bevruchting verlaten de
planula-larven de kwal en zoeken een plek om zich te vestigen. Het
grootste deel van hun leven brengen kwallen door als poliepje op harde
substraten op de zeebodem, welke zich ongeslachtelijk kunnen
voortplanten. Het kwalstadium, waarin de soort zich geslachtelijk voortplant, duurt ongeveer een half jaar.
De poliepen eten dierlijk plankton, zoals roeipootkreeftjes, vislarven en andere kwallen. Volwassen dieren in het kwalstadium vangen ook grotere prooien, waaronder visjes, die met de netelcellen verdoofd worden en
daarna door de tentakels naar de mondopening gebracht worden.
Areaal en verspreiding
Vanaf het Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (IJsland, Noorwegen, Oostzee) via
het Kattegat, de Noordzee, Britse Eilanden en Ierse Zee tot in de Golf van Biskaje. In Nederland regelmatig in de kustwateren van de Waddenzee en Oosterschelde en langs de Noordzeekust. Van de beide uit ons land bekende soorten haarkwallen komt de Blauwe haarkwal het meest langs de Nederlandse kust voor. Het poliepstadium van deze soort is in het wild nog niet waargenomen.
Seizoenspatronen
De blauwe haarkwal is een van de vroegst aan de kust optredende kwallensoorten; de piek in aantallen is meestal tussen april en juni.
Literatuur
- Ates, R.M.L. , 2004. Kwallen: blind, dom en dodelijk? Het Zeepaard
64 (3): 92-96.
- Dekker, R. & W. Dekker, 1981. Kwallentabel (Scyphomedusen).
Het Zeepaard 41 (4): 107-110.
- Gmelig Meyling, A.W. & R.H. de Bruyne, 1993. Kwallen in heden
en verleden. Het Zeepaard 53 (5): 115-124.
- Hayward, P.J. & J.S. Ryland (Ed.), 1990. The marine fauna of
the British Isles and North-West Europe: 1. Introduction and protozoans to
arthropods. Oxford, UK. 627 pp.
- Holst, S. & Laakmann, C. Morphological and molecular discrimination of two closely related jellyfish species, Cyanea capillata and C. lamarckii (Cnidaria, Scyphozoa), from the northeast Atlantic. Journal of Plankton Research. doi: 10.1093/plankt/fbt093.
- Kramp, P.L., 1961. Synopsis of the medusae of the world. Journal
of the Marine Biological Association of the United Kingdom 40: 1–469.
Code
Auteurs
Lodewijk van Walraven (2013)
[IvL jan. 2014]
Commentaar
Grafieken