|
|
Witte buisjesspons
Leucosolenia variabilis
(Haeckel, 1870)
Zoekbeeld
Mariene spons. Kalkspons. Vormt een stelsel van gevlochten, witte of
iets doorschijnende, zachte buisjes van 1-3 cm, met een doorsnede van
hoogstens 2 mm. Op willekeurige plaatsen gaan de buisjes omhoog en
vormen de uitstroomopeningen. De buisjes zijn alleen vlak boven het
substraat vertakt. Vaak op mosdiertjeskolonies, wier of stenen en
schelpen.
Te verwarren met
Hoewel de naam anders doet vermoeden, lijken de Paarse en Amerikaanse buisjesspons nauwelijks op de Witte buisjesspons. De buizen van de Witte buisjesspons zijn veel dunner, lopen grilliger dus minder in één richting omhoog en hebben overal ongeveer de zelfde breedte, dus geen verdikking aan de uiteinden.
Grote witte buisjesspons. Deze is groter, heeft vaak platte vertakkingen en hangt vrij.
Netwerkspons maar bij die soort zijn de buisjes vervlochten tot een korstvormig horizontaal netwerk.
Kenmerken
Afmetingen: De buisjes hebben een diameter tot circa 3 mm en de opstaande buisjes zijn tot 12 mm hoog. Een kolonie kan een doorsnee hebben van ongeveer 5 cm.
Kleur: Witte, vaak iets doorschijnende buisjes.
Vorm: De Witte buisjesspons vormt een stelsel van kleine, zachte, al dan niet gevlochten, witte buisjes
over het substraat. Op willekeurige plaatsen gaan de buisjes omhoog en
vormen de uitstroomopeningen. De buisjes zijn alleen vlak boven het
substraat vertakt.
Spicula: Drie en vierstralers, 300 - 400 um. Ook dubbelpuntige staajes die zeer variabele in grotte zijn. De eventuele 4e straal is kort. Zie foto's.
Habitat en ecologie
De Witte buisjesspons leeft op hard substraat langs de hele Nederlandse kust. Deze soort kan ook op andere organisme leven, zoals wieren en zakpijpen.
Areaal en verspreiding
Mondiale verspreiding: Over de taxonomie van deze soort bestaat nog veel onduidelijkheid. Van Soest et al. (2007) geeft aan dat er in Nederland twee soorten voorkomen, Leucosolenia variabilis en de tegenwoordig 'genegeerde' soort Leuconia somesii. Leucosolenia variabilis komt voor in de Noordzee, Zeeland en de Waddenzee.
Nadere informatie
Rob van Soest (2007) noemt ook Leucosolenia aff. soomesi welke in Zeeland is gevonden. Deze,vaak wat grotere soort is zeldzamer en niet zonder microcoop te onderscheiden van L. variabilis.
Een soms ook wel voor Leucosolenia variabilis gebruikte Nederlandse naam is Grillige buisjesspons. In het verleden werd hij ook als Leucosolenia botryoides aangeduid.
Literatuur
- Van Soest, R.M.W., M. J. de Kluijver, P. H. van Bragt, M. Faasse, R. Nijland, E. J. Beglinger, W. H. de Weerdt and N. J. de Voogd, 2007. Sponge invaders in Dutch coastal waters. J. Mar. Biol. Ass. U.K. 87: 1733–1748.
- Van Soest, R.W.M., 2014.
Sponzen. In F. van der Burgt (Ed.): Zeeboek, p 45-52. Jeugdbonduitgeverij & KNNV, ‘s Graveland.
Code
Auteurs
A.W. Gmelig Meyling.
Floris Bennema 2016
Categorieën:
Soorten,
Sponzen
Commentaar
Grafieken